Een defecte lamp kan volgens de on-
derstaande procedure zonder gereed-
schap worden vervangen.
Uitvoering met halogeenlampen
1. Richtingaanwijzers
(HP24-24W).
2. Dimlicht (H7-55W).
3. Grootlicht (H7-55W).
4. Verlichting overdag (HP24-24W).
5. Mistlampen (PS24-24W).
6. Parkeerlicht (W5-5W).
1. Richtingaanwijzers
(HP24-24W).
2. Dimlicht/grootlicht
(D1S-35W).
3. Verlichting overdag/parkeerlicht
(P21/5W).
4. Mistlamp (PS24-24W).
Uitvoering met xenonlampen en
bochtverlichting
De koplampunits zijn voorzien
van glas van polycarbonaat
met een speciale vernislaag:
reinig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
gebruik een spons met zeepwater,
wanneer u met een hogedrukspuit
hardnekkig vuil probeert te verwij-
deren, richt dan nimmer de straal
op de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan, om lakbe-
schadigingen en beschadiging van
de afdichtrubbers te voorkomen.
Koplampen
Raak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-plui-
zende doek.
Bij het vervangen van halogeenlam-
pen moet de verlichting minstens
enkele minuten uitgeschakeld zijn
(risico van ernstige verbranding).
In verband met het behoud van de
kwaliteit van de koplampen mogen
uitsluitend anti-UV-lampen worden
gebruikt.