203
OLIEPEIL VAN DE
STUURBEKRACHTIGING
CONTROLEREN
Fig. 26: uitvoeringen T.SPARK
Fig. 27: uitvoeringen 2.5 V6 24V en
JTD
Controleer of de olie van de stuurbekrach-
tiging nog op het maximale niveau staat.
P4U00227
fig. 27 - uitvoeringen 2.5 V6 24V en JTD
P4U00226
fig. 26 - uitvoeringen T.SPARK
De controle moet worden uitgevoerd als
de auto op een vlakke ondergrond staat
en bij een stilstaande koude motor.
Controleer of het niveau nabij het
MAX-merkteken op het reservoir staat
of bij het bovenste merkteken (maxi-
mum niveau) op de peilstok.
OLIE VAN DE STUUR-
BEKRACHTIGING BIJVULLEN
Als het olieniveau lager is dan voor-
geschreven, vul dan bij met het voor-
geschreven product uit de tabel “Spe-
cificaties van de smeermiddelen en
vloeistoffen” in het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”. Vul als volgt bij:
– Start de motor en wacht tot het
olieniveau in het reservoir stabiliseert.
– Draai bij draaiende motor het stuur-
wiel een aantal malen naar uiterst rechts
en uiterst links.
– Vul olie bij, totdat het niveau nabij
het MAX-merkteken staat en monteer de
dop.
BELANGRIJK Wendt u voor onder-
houdswerkzaamheden of eventuele repa-
raties tot een Alfa Romeo-dealer.
REM-/KOPPELINGSVLOEISTOF
CONTROLEREN EN BIJVULLEN
(
fig. 28
)
Het olieverbruik van
de stuurbekrachtiging is
zeer laag; als na het bij-
vullen de olie binnen korte tijd
weer moet worden bijgevuld,
moet het systeem door een Alfa
Romeo-dealer op eventuele lek-
kage worden gecontroleerd.
Voorkom dat de olie
van de stuurbekrachti-
ging in contact komt
met warme delen van de motor:
de olie is licht ontvlambaar.