164
P4U00176
fig. 35
P4U00177
fig. 36
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
(behalve uitvoeringen met opendak)
Gloeilampen (type C, 5W) vervangen:
– Maak het plafondlampje (A-fig.
35) op de door de pijl aangegeven pun-
ten los.
–Verwijder de lamp (B-fig. 36)
door de veercontacten los te maken.
–Plaats de nieuwe lamp en zorg er-
voor dat de lamp goed vastzit in de veer-
contacten.
– Monteer het plafondlampje door
eerst de zijde met de stekker te plaatsen
en vervolgens de andere zijde vast te
drukken, totdat de borglip inklikt.
P4U00174
fig. 33
P4U00175
fig. 34
DEFECTE INTERIEUR-
VERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Gloeilampen (type C, 10W) vervangen:
– Maak het plafondlampje (A-fig.
33) op de door de pijl aangegeven pun-
ten los.
– Open het deksel (B-fig. 34).
–Vervang de betreffende lamp (C-
fig. 34) door de veercontacten los te
maken. Zorg ervoor dat de nieuwe lamp
goed vastzit in de veercontacten.
Voer voor het monteren van het pla-
fondlampje de handelingen voor het ver-
wijderen in omgekeerde volgorde uit.
Controleer tijdens de
montage van de pla-
fondverlichting of de
elektrische bedrading op de juis-
te wijze geplaatst is en niet in
aanraking komt met de randen
van de plafondverlichting of de
borglippen.