162
–Verwijder en vervang de betreffende
lamp (bolvormig met bajonetfitting) door
de lamp iets in te drukken en linksom te
draaien (fig. 26):
(C) gloeilamp voor parkeerlicht ach-
ter/remlicht
(D) gloeilamp voor richtingaanwijzer
achter.
–Monteer de achterlichtunit met behulp
van de borglippen (B-fig. 25).
– Monteer het beschermdeksel (B-
fig. 24) met de moeren (A-fig. 24).
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Gloeilampen (type A, 5W) vervangen:
– Maak de lampunit los door met de
platte punt van een schroevendraaier de
klemveer (A-fig. 27) los te haken. Be-
scherm hierbij de punt met een zachte
doek.
–Verwijder de lampunit (B-fig. 27).
–Verwijder de lamphouder (C-fig.
28) door hem iets te draaien en vervang
de geklemde lamp D-fig. 28).
P4U00167
fig. 26
P4U00169
fig. 28
P4U00168
fig. 27
3033CA
fig. 25
P4U00166
– Monteer de lamphouder (C-fig. 28)
door hem iets te draaien.
– Monteer de lampunit (B-fig. 27).
Plaats eerst de bevestigingslippen en
druk vervolgens op de klemveer (A-fig.
27).