159
–Verwijder de lamp (C-fig. 16) uit
de lamphouder door de lamp iets in te
drukken en linksom te draaien.
–Vervang de lamp en monteer de lamp-
houder (B-fig. 16) in de zitting.
– Monteer het beschermdeksel op de
juiste wijze (A-fig. 15).
RICHTINGAANWIJZERS OP
VOORSPATBORD
Gloeilamp (type A, 5W) vervangen:
–Druk met de hand het lampenglas in
de richting van de achterzijde van de
auto, zodat de bevestigingsveer (A-fig.
17) wordt samengedrukt. Maak de voor-
zijde los en verwijder de lampunit.
– Draai de lamphouder (B-fig. 18)
linksom en verwijder het lampenglas (D-
fig. 18).
–Verwijder de geklemde lamp (C-fig.
18) en vervang de lamp.
– Plaats de lamphouder (B-fig. 18)
in het lampenglas (D-fig. 18) en mon-
teer de lampunit. Controleer of de beves-
tigingsveer (A-fig. 17) goed vastzit.
Ga voorzichtig te werk
bij het verwijderen van
de richtingaanwijzerunit
op het voorspatbord zodat de
carrosserie en het lampenglas
niet beschadigd worden.
P4U00158
fig. 17
P4U00159
fig. 18fig. 16
P4U00157
fig. 15
PARKEERLICHTEN VOOR
Halogeenlamp (type B, 6W) vervangen:
–Verwijder het beschermdeksel (A-
fig. 15).
–Trek de geklemde lamphouder (B-
fig. 15) los.
P4U00156