99
BELANGRIJKE TIPS
– houd het rempedaal altijd ingetrapt bij
stilstaande auto en ingeschakelde versnel-
ling; laat het rempedaal pas los als u wilt
wegrijden;
– zet de versnellingsbak in de vrijstand
als de auto lang stilstaat met een draai-
ende motor;
– als de auto stilstaat op een helling,
maak dan geen gebruik van het gaspedaal
om wegrollen te voorkomen; gebruik hier-
voor het rempedaal; gebruik het gaspedaal
alleen om weg te rijden;
– gebruik uitsluitend de tweede ver-
snelling voor het wegrijden, als u meer
controle over manoeuvres bij lage snel-
heid wilt hebben (zoals bij gladheid);
– schakel alleen vanuit de achteruit de
eerste versnelling in of omgekeerd, als de
auto geheel stilstaat en het rempedaal is
ingetrapt.
Hoewel het beslist wordt afgeraden,
kan het door onvoorziene omstandighe-
den voorkomen dat bij een afdaling de
auto in de vrijstand (N) naar beneden
rolt. Als u vervolgens een versnelling in-
schakelt, dan schakelt het systeem auto-
matisch de versnelling in, die het meest
geschikt is om het motorkoppel over te
brengen naar de wielen.
Als u tijdens een afdaling (bij vooruit rij-
dende auto) geen gas geeft, dan laat het
systeem bij een bepaalde snelheid de
koppeling aangrijpen, zodat u gebruikt
kunt maken van de remmende werking
van de motor.
Om veiligheidsredenen geeft Selespeed
een geluidssignaal als:
– tijdens het starten een oververhitte
koppeling wordt gesignaleerd; in dat ge-
val moet u “vlot”, maar gelijkmatig,
wegrijden of, als de auto op een helling
staat, het gaspedaal loslaten en de auto
met het rempedaal op zijn plaats houden;
– de auto in een andere richting rijdt
dan de ingeschakelde versnelling, (bijv.:
vooruit als de achteruit is ingeschakeld);
in deze situatie moet de auto tot stilstand
worden gebracht en bij ingetrapt rem-
pedaal de juiste versnelling worden inge-
schakeld.
Eveneens om veiligheidsredenen klinkt
bij stilstaande auto, gestarte motor en in-
geschakelde versnelling (1), (2) of (R)
een geluidssignaal en wordt automatisch
naar de vrijstand (N) overgeschakeld als:
– het gaspedaal en/of rempedaal ge-
durende ten minste 50 seconden niet
worden gebruikt;
– het rempedaal langer dan 10 minu-
ten wordt ingetrapt;
– het bestuurdersportier wordt ge-
opend en het gas- en rempedaal ten min-
ste 1 seconde niet worden ingetrapt.