[8] BESCHERMING TEGEN TE HOGE TEMPERATUUR
Als de lader, om welke reden dan ook, te warm wordt tijdens het laden, dan zal de lader
het uitgangsvermogen automatisch reduceren als bescherming. Dit kan ertoe leiden dat
het oplaadproces langer duurt.
4. Gebruiksinstructies
Gelieve deze instructies aandachtig te lezen alvorens deze lader te gebruiken.
[1] Deze lader werd ontworpen voor gebruik met aansluiting op een normaal
elektriciteitsnetwerk van 220 V – 240 V 50/60 Hz. De lader kan gebruikt worden voor het
opladen van diverse 12 V loodzwavelzuur accu’s, die veel worden gebruikt in auto’s
motorfietsen en andere voertuigen. De lader is bestemd voor het opladen van accu’s van
de types Nat, Gel, AGM, met een capaciteit tussen de 1.2 Ah en 120 Ah.
[2] Verzeker u ervan dat u een 12 V loodzwavelzuuraccu hebt en lees de accu
gebruikershandleiding met aandacht.
[3] Reinig de contactpunten van de accu’s. Vermijdt contact van ogen en huid met
eventuele corrosie.
[4] Zorg ervoor dat er, gedurende het oplaadproces, voldoende ventilatie is in de ruimte
rondom de accu. Het kan zijn dat u tijdens het opladen gasbelletjes ziet in de accuvloei-
stof. De accu kann mogelijk gedurende het opladen explosieve gassen produceren.
[5] Als het mogelijk is, dan moet u de accu loskoppelen en uit het voertuig verwijderen
voordat u met het opladen begint. Voor meer informatie, lees hoofstuk 6 Veiligheidheids-
instructies.
[6] Verbind de krokodillenklemmen met de accu in de hierna vermelde volgorde:
(a) Verbind het positieve oplaadsnoer (roodgekleurde klem) eerst met de positieve pool.
(b) Verbind vervolgens het negatieve snoer (zwartgekleurde klem) met de negatieve
pool. Het is zeer belangrijk dat beide krokodillenklemmen goed contact maken met de
respectievelijke polen. Bij slecht contact is het mogelijk dat de lader de accu’s niet
volledig kan opladen.
[7] Nadat u gecontroleerd heeft dat de accusnoeren correct zijn aangesloten, steekt u de
stekker van het apparaat in het stopcontact. U selecteert vervolgens de gewenste
oplaadstand en het opladen zal starten. Als de accukabels verkeerd verbonden zijn, zal
het relais ervoor zorgen dat de accu en het apparaat niet worden beschadigd. LED (!) zal
in dat geval oplichten. Ontkoppel de lader van het elektriciteitsnetwerk en begin opnieuw
en let op de juiste polariteit (+ en -).
[8] Het oplaadproces begint. LED (CHARGE = OPLADEN) zal nu aangeven dat het
opladen plaatsvindt en daarna zal LED (FULL = VOL) aangeven dat de accu volledig is
opgeladen. De lader schakelt op dat ogenblik over op onderhoud / stationair druppel-
laden.
5. Specificaties
Ingangsspanning: 220 – 240 VAC, 50/60 Hz.
Ingangsstroom: 0,7 A rms maximum
Accu ontlaadstroom: 5 mA maximum (als er geen ingangsspanning aanwezig is)
Eindspanning: 14,4 V of 14,7 V nominaal
Laadstroom: 4,0 A of 0,8 A nominaal
Rimpelspanning: 150 mV maximum
Accutype: 12V loodzwavelzuur accu, 1,2 Ah – 120 Ah
IP klasse: IP 65
Hoorbare ruis: < 50 dB SPL (getest op een afstand van 0,5 meter)