1-7. Antidiefstalsysteem
● Er bevinden zich nog personen of huis-
dieren in de auto.
● Een ruit of het schuifdak is open.
In dit geval registreert de sensor moge-
lijk het volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen,
zoals bladeren en insecten in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten,
zoals de inbraaksensoren van andere
auto's
• Het bewegen van mensen buiten de
auto
● Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals bijvoorbeeld loshangende acces-
soires of kleding aan kledinghaakjes, in de
auto.
● De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.