3. Nu verschuift hij de kaasschijven zo dat ze zo
veel mogelijk door elkaar over het muizengat
liggen. Hiervoor laat hij de kaasklopper zoals
afgebeeld ronddraaien.
Vervolgens trekt hij de kaasklopper eruit.
4. Daarna pakt hij de houten muis bij z’n staart
en laat hem voorzichtig in het gat van de
bovenste kaasschijf van de kaastoren
verdwijnen.
De muis krijgt de kaasklopper en de oudste kat
houdt de dobbelstenen klaar - zo meteen begint
de wilde muizenjacht.
De muizenjacht begint!
De muis moet nu proberen om zo snel mogelijk
de houten muis door de kaasschijven tot aan het
grote stuk kaas te „kloppen”. De katten proberen
dit te verhinderen door als eerste vijf kattentekens
met de dobbelstenen te gooien.
De muis begint en
klopt met de bol
van de kaasklopper
aan alle kanten te-
gen de kaasschij-
ven. Hij moet pro-
beren om de kaas-
schijven, door te
kloppen zodanig te verschuiven dat ze zo recht
mogelijk bovenop elkaar liggen.
23
NEDELRLANDS