108
VEILIGHEID
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
De auto kan zijn uitgerust (optional)
met een normaal reservewiel of een
klein noodreservewiel.
Bovendien is bij sommige
uitvoeringen/uitrustingsniveaus de auto
voorzien van 4 antidiefstalbouten
(één per wiel).
Voor het los-/vastschroeven van de
bouten is een speciale adapter A-fig. 2
nodig die wordt bijgeleverd, en die
tussen de bevestigingsbout en de
bijgeleverde sleutel moet worden
aangesloten, zoals wordt getoond
in fig. 2.
Opmerking Bij het Ford
Servicenetwerk kan een duplicaat van
de bouten en van de speciale adapter
worden aangevraagd, door de
numerieke referentiecode te geven die
bij de kit hoort.
Voor het verwisselen van het wiel en
voor het juiste gebruik van de krik en
het noodreservewiel moeten de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen.
Het noodreservewiel
(indien aanwezig) hoort bij
de auto waarbij het geleverd is.
Gebruik het reservewiel niet bij
andere auto’s en monteer geen
reservewielen van andere auto’s.
Het noodreservewiel mag alleen in
noodgevallen worden gebruikt. Het
noodreservewiel moet zo kort
mogelijk gebruikt worden en er mag
niet sneller dan 80 km/h mee
worden gereden.
Op het noodreservewiel is een
oranje sticker aangebracht waarop
de belangrijkste aanwijzingen en de
beperkingen staan vermeld met
betrekking tot het gebruik van het
noodreservewiel.
Deze sticker mag absoluut niet
worden verwijderd of afgedekt.
Op het noodreservewiel mag nooit
een wieldeksel worden gemonteerd.
Op de sticker staan de volgende
aanwijzingen in vier talen vermeld:
attentie! alleen voor tijdelijk
gebruik! max. 80 km/h! vervang zo
snel mogelijk door een normaal
wiel. Bedek deze aanwijzingen niet.
ATTENTIE!
fig. 2
KA00120m
105-132 Ford KA NL 20-10-2010 14:30 Pagina 108