4
3 Veiligheidsinstructies
atmoVIT4
3 Veiligheidsinstructies
3.1 Plichten van de exploitant
Gelieve deze gebruiksaanwijzing voor gebruik zorgvuldig
door te lezen om alle voordelen van uw ketel optimaal te
kunnen benutten.
Gelieve er voor uw eigen veiligheid rekening mee te
houden dat de opstelling en instelling van uw apparaat
alleen mag gebeuren door een erkend vakbedrijf.
Dit is eveneens verantwoordelijk voor de inspectie/
onderhoud en reparatie van het apparaat. Neem voor
een duurzame, veilige werking met name de volgende
punten in acht:
• Laat eenmaal per jaar een inspectie/onderhoud door
een erkend vakbedrijf uitvoeren.
• Houd de luchttoevoeropeningen in muren of deuren
vrij.
•Controleer regelmatig de vuldruk in uw
verwarmingsinstallatie (zie 4.1.2).
3.2 Doelmatig gebruik
Uw Vaillant gasketel atmoVIT is bedoeld als
warmteopwekker voor gesloten en open centrale
verwarmingsinstallaties die werken met warm water. U
kunt uw Vaillant gasketel ook gebruiken om aanvullend
of uitsluitend warmwaterbereiders te verwarmen.
Gebruik uw Vaillant gasketel in geen geval voor andere
doeleinden.
Uw Vaillant gasketel is een lagetemperatuur-
verwarmingsketel in de betekenis van de
verwarmingsinstallatieverordening.
Een ketel met gebreken (b.v. door transportschade) mag
niet in gebruik worden genomen.
Eigenmachtig ombouwen of veranderen van de ketel is
niet toegelaten en leidt tot het verlies van het recht op
garantie.
Aanwijzing!
Gelieve deze gebruiksaanwijzing te bewaren voor
toekomstig gebruik.
3.3 Eisen aan de plaats van opstelling
3.3.1 Veranderingen in de omgeving van het
verwarmingsapparaat
Aan de volgende dingen mogen geen veranderingen
worden aangebracht:
- aan het verwarmingsapparaat,
- aan de leidingen voor gas, toevoerlucht, water en
stroom,
- aan de gasafvoerleiding,
- aan de veiligheidsklep en aan de afvoerleiding voor
het verwarmingswater,
- aan constructieve omstandigheden die invloed op de
bedrijfsveiligheid van het apparaat kunnen hebben.
3.3.2 Explosieven en licht ontvlambare stoffen
Gebruik of bewaar geen explosieven of licht
ontvlambare stoffen (b.v. benzine, papier, verf) in de
ruimte waar het apparaat staat opgesteld.
3.3.3 Corrosiebescherming
Gebruik geen sprays, chloorhoudende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen, verf, kleefmiddelen
enz. in de omgeving van het apparaat. Deze stoffen
kunnen onder ongunstige omstandigheden tot corrosie -
ook in de gasafvoerinstallatie - leiden.
3.4 Speciale aanwijzingen
3.4.1 Noodstroomaggregaat
Uw vakman heeft uw verwarmingsapparaat bij de
installatie aangesloten aan het stroomnet.
Indien u het apparaat bij stroomuitval met een
noodstroomaggregaat operationeel wilt houden, dan
moet dit in zijn technische specificaties (frequentie,
spanning, aarding) overeenkomen met die van het
stroomnet en minstens beantwoorden aan de
krachtontneming van uw apparaat. Gelieve hiervoor
advies in te winnen bij uw vakbedrijf.