13
Gebruiks-
aanwijzing
De gasdrukregelaar-set
Duomatic L Plus bestaat uit
een centrale regelaar „A“ en
een omschakelregelaar „B“.
Deze garanderen een gelijk-
matige gasdruk (30 of
50 mbar), onafhankelijk van
het feit welke van de beide
flessen gas levert.
De controlelampen op de in
het interieur aangebrachte af-
standsindicatie informeren u
of de gasflessen gereed zijn
voor gebruik.
Op de omschakelregelaar „B“
kunt u met de draaiknop (1)
bepalen, welke van de gas-
flessen telkens als gebruiks-
of reservefles gebruikt moet
worden.
Staat b.v. de draaiknop (1) in
het rode bereik, dan wordt in
de eerste plaats gas uit de
fles met de centrale regelaar
„A“ genomen. De gasfles
met de omschakelregelaar
„B“ dient dan als reservefles.
Staat daarentegen de draai-
knop (1) in het groene bereik,
dan wordt in de eerste plaats
gas van de fles met de
omschakelregelaar „B“ geno-
men en de gasfles met cen-
trale regelaar „A“ dient als
reservefles.
Draaiknop altijd tot de
aanslag draaien.
De op de draaiknop vastge-
legde gebruiksfles wordt al-
tijd eerst leeggemaakt. De
gasdrukregelaar-set schakelt
dan automatisch om naar de
tevoren vastgelegde
reservefles.
Bij ingeschakelde afstandsin-
dicatie dooft de betreffende
controlelamp (A of B) en
signaleert een lege gasfles.
Belangrijke
aanwijzingen
1. Gasflessen altijd verticaal
zetten en tegen omvallen
beveiligen (met name 33 kg-
flessen)!
2. De regelaars zijn uitgerust
met een combinatie-aanslui-
ting en zijn geschikt voor in
de handel gebruikelijke 3 kg-,
5 kg-, 11 kg-, en 33 kg-gas-
flessen.
3. Gasslangen niet knikken of
sterk buigen!
4. Moet de gasinstallatie met
slechts één gasfles (b.v. in de
zomer) gebruikt worden, dan
moet de centrale regelaar „A“
gebruikt worden. De draai-
knop (1) op de omschakelre-
gelaar „B“ moet in het rode
bereik gedraaid worden. De
niet gebruikte omschakelre-
gelaar „B“ aan de regelaar-
houder (14) hangen, om
deze te beschermen tegen
beschadigingen.
5. De manometers (2) geven
niet de inhoud van de gasfles
aan, maar de momentele (van
de omgevingstemperatuur af-
hankelijke) druk in de gasfles.
Voor de meting van de in-
houd van de gasflessen biedt
Truma de ultrasoon-niveau-
meter Sonatic resp. Sonatic
Duo aan. Vraag ernaar bij uw
speciaalzaak.
6. Drukregelapparatuur en
slangleidingen dienen uiterlijk
10 jaar na de fabricagedatum
vervangen te worden door
nieuwe. Hiervoor is de ge-
bruiker verantwoordelijk.
Inbedrijfstelling
a = aan (zomerstand)
b = uit
c = aan en verwarmen
(winterstand)
d = werkingsindicatie
e = controlelamp A
f = controlelamp B
Zomerstand:
Schakelaar omlaag (a), de
werkingsindicatie (d) brandt.
De controlelampen A en B
branden, wanneer de gasfles-
sen gereed zijn voor gebruik.
Winterstand:
Schakelaar omhoog (c). De
werkingsindicatie (d) brandt
en de gasdrukregelaars wor-
den extra verwarmd, om een
storingvrije gastoevoer in de
winter te waarborgen (opge-
nomen stroom 640 mA). De
controlelampen A en B bran-
den, wanneer de gasflessen
gereed zijn voor gebruik.