Tijdens het gebruik van het apparaat
kunnen storingen optreden. Hieronder
vermelden we enkele storingen, die
meestal het gevolg zijn van onjuist
gebruik en die u zelf verhelpen kunt.
Het apparaat functioneert niet,
nadat het op het electriciteitsnet is
aangesloten
n Controleer of er spanning op het stopcontact
staat en of het apparaat aan staat
(temperaturkeuzeknop in de “aan” stand).
Het koelsysteem functioneert
ononderbroken gedurende langere
tijd
n De deur wordt te vaak geopend of blijft te lang
open staan.
n De deur is niet goed gesloten (misschien zit er
iets tussen de deur, hangt de deur of is de rubber
band beschadigd,..).
n Er is een te grote hoeveelheid verse
levensmiddelen in de koelkast geplaatst.
n De compressor en de condensor koelen niet
voldoende. Controleer of de lucht ongestoord
circuleert. Reinig de condensor.
Het ontstaan van ijs op de
achterwand van de koelkast
Zolang het water via de gleuf en door de
opening in het bakje op de compressor afvloeit,
is normaal automatisch ontdooien van de koelkast
gegarandeerd.
Indien zich op de achterwand van de koelkast
overmatig ijs afzet (3-5 mm), ontdooi het apparaat
dan met de hand. Draai de termostaatkeuzeknop in
de STOP stand en laat de deur van de koelkast
openstaan. Ontdooi het ijs niet met electrische
apparaten (haardroger e.d.) en verwijder het niet met
scherpe voorwerpen.
Draai na het ontdooien de knop op de gewenste
stand en sluit de deur van de koelkast.
Overmatige ijsafzetting komt door
- slecht afsluiten van de deur (wanneer de
rubber afsluitstrip vuil of beschadigd is, hem
schoonmaken of vervangen),
- te vaak openen van de deur of het te lang
openstaan van de deur,
- het vullen van de koelkast met warm voedsel,
- voedsel of een schaal raken de achterwand van
de koelkast.
Er loopt water uit de koelkast
Er loopt water uit de koelkast, wanneer de
waterafvoeropening verstopt zit of wanneer het
dooiwater langs de gleuf waarin het water verzameld
wordt, druipt.
n Maak de verstopte opening schoon, bijvoorbeeld
met een rietje.
n Ontdooi een te dikke ijslaag met de hand (zie het
hoofdstuk Het ontstaan van ijs op de achterwand
in de koelkast).
Geluid
Voor het koelen in de koel- en diepvriesapparaten
zorgt een koelsysteem met compressor, dit
veroorzaakt echter ook een zeker geluid. De
geluidssterkte is afhankelijk van de opstelling, het
juiste gebruik en hoe oud het apparaat is.
n Wanneer de compressor in werking is, horen we
het geluid van het stromen van de vloeistof,
wanneer hij niet in werking is, horen we het
ruisen van de koelvloeistof. Dat is normaal en
heeft geen invloed op de levensduur van het
apparaat.
STORINGEN 13