Nl-29
Onderhoud van uw magnetronoven
1. Schakel de magnetronoven uit voordat u deze gaat schoonmaken.
2. Hou de binnenkant van de magnetronoven, de deurafdichtingen en de plaatsen rondom deze
afdichtingen schoon. Wanneer er voedselresten of gemorste vloeistoffen aan de wanden van
de magnetronoven, deurafdichtingen en plaatsen rondom deze afdichtingen kleven, veeg
deze dan weg met een vochtige doek. Indien deze vlekken erg vuil zijn geworden, kunt u
gebruik maken van een zachtwerkend schoonmaakmiddel. Het gebruik van scherpe reinig-
ingsmiddelen of schuurmiddelen wordt afgeraden.
GEBRUIK GEEN STANDAARD OVENREINIGINGSMIDDELEN.
3. De buitenkant van de oven moet met een vochtige doek worden schoongemaakt. Om te
voorkomen dat de mechanische delen van de magnetronoven worden beschadigd dient men
er goed op te letten dat er geen water door de ventilatie-openingen kan binnendringen.
Gebruik geen ruwe, schurende reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de ruit
van de ovendeur te reinigen, aangezien deze het oppervlak kunnen krassen en het glas kun-
nen doen barsten.
4. Indien het bedieningspaneel vuil is geworden, maak deze dan met een zachte, droge doek
schoon. Gebruik voor het bedieningspaneel geen sterke reinigingsmiddelen of schuurmidde-
len. Bij het schoonmaken van het bedieningspaneel dient de ovendeur geopend te blijven om
zodoende te voorkomen dat de magnetronoven per ongeluk wordt ingeschakeld. Na het
schoonmaken moet de STOP/Wistoets opnieuw worden ingedrukt om het uitleesvenster weer
op de kloktijd te stellen.
5. Indien er aan de binnenkant van de ovendeur of rondom de buitenkant hiervan stoomvorming
plaatsvindt, veeg deze dan met een zachte doek weg. Dit zou nl. het geval kunnen zijn
waneeer de magnetronoven wordt gebruikt in een ruimte met een hoog vochtigheidsgehalte.
Deze stoomvorming heeft niets te maken met een slecht of foutief functioneren van het appa-
raat.
6. Het is af en toe noodzakelijk om het glazen draaiplateau te verwijderen om dit schoon te
maken. Was het plateau in warm water met een afwasmiddel of in een vaatwasmachine.
7. De loopring en de holle ruimte in de ovenbodem dienen ook regelmatig schoongemaakt te
worden om geruis tijdens het werken te voorkomen. Verwijder het vuil op de bodem van de
magnetronoven met een zacht schoonmaakmiddel en maak deze daarna met een schone
doek droog. De loopring moet worden afgewassen in een zacht zeepsopje. Bij een regelmatig
gebruik zetten zich kookdampen vast op de bodem en/of op de wielen van de loopring, maar
tasten deze op geen enkele wijze aan. Wanneer u de loopring uit de uitsparing van de grond-
plaat haalt, om deze schoon te maken, let er dan goed op dat deze weer in de juiste positie
teruggeplaatst wordt.
8. Bij het grillen of combinatie koken kunnen sommige voedselsoorten vetspatten op de oven-
wanden veroorzaken. Maak de oven dan ook regelmatig schoon omdat dit vet zich anders
opeenhoopt met als gevolg dat de oven, tijdens het gebruik, kan gaan 'roken'.
9. Gebruik geen stoomreiniger voor het reinigen.
10.Deze oven dient alleen door gekwalificeerd personeel onderhouden te worden. Neem voor
het onderhoud en reparatie van de oven contact op met de meest dichtbijzijnde, geau-
toriseerde, voortverkoper (dealer).
13.Houd ventilatie-openingen altijd vrij. Controleer dat stof of andere materialen de ventilatie-
openingen boven-, onder- of achteraan de oven niet blokkeren. Een blokkering van de venti-
latie-openingen kan leiden tot oververhitting en de werking van de oven hinderen.
Houd verluchtingsopeningen altijd vrij. Controleer dat stof of andere materialen de verluchtings-
openingen boven-, onder of achteraan de oven niet blokkeren. Een blokkering van de verlucht-
ingsopeningen kan leiden tot oververhitting en de werking van de oven hinderen.