Nl-20
Onderhoud van uw magnetronoven
1. Schakel de magnetronoven uit voordat u
deze gaat schoonmaken.
2. Hou de binnenkant van de magnetronoven,
de deurafdichtingen en de plaatsen rondom
deze afdichtingen schoon. Wanneer er
voedselresten of gemorste vloeistoffen aan
de wanden van de magnetronoven, deu-
rafdichtingen en plaatsen rondom deze
afdichtingen kleven, veeg deze dan weg
met een vochtige doek. Indien deze
vlekken erg vuil zijn geworden, kunt u
gebruik maken van een zachtwerkend
schoonmaakmiddel. Het gebruik van
scherpe reinigingsmiddelen of schuurmid-
delen wordt afgeraden.
GEBRUIK GEEN STANDAARD OVEN-
REINIGINGSMIDDELEN.
3. De buitenkant van de oven moet met een
vochtige doek worden schoongemaakt. Om
te voorkomen, dat de mechanische delen
van de magnetronoven worden
beschadigd, dient men er goed op te letten
dat er geen water door de ventilatie-
openingen kan binnendringen.
4. Indien het bedieningspaneel vuil is gewor-
den, maak deze dan met een zachte,
droge doek schoon. Gebruik voor het bedi-
eningspaneel geen sterke reinigingsmidde-
len of schuurmiddelen. Bij het schoonmak-
en van het bedieningspaneel dient de
ovendeur geopend te blijven, om zodoende
te voorkomen, dat de magnetronoven per
ongeluk wordt ingeschakeld. Na het
schoonmaken moet de STOP/Wistoets
opnieuw worden ingedrukt om het
uitleesvenster weer op de kloktijd te
stellen.
5. Indien er aan de binnenkant van de oven-
deur of rondom de buitenkant hiervan,
stoomvorming plaatsvindt, veeg deze dan
met een zachte doek weg. Dit zou nl. het
geval kunnen zijn, waneer de mag-
netronoven wordt gebruikt in een ruimte
met een hoog vochtigheidsgehalte - deze
stoomvorming heeft niets te maken met
een slecht of foutief functioneren van het
apparaat.
6. Het is af en toe noodzakelijk om het glazen
draaiplateau te verwijderen om dit schoon
te maken. Was het plateau in warm water
met een afwasmiddel of in een vaatwasma-
chine.
7. De loopring en de holle ruimte in de oven-
bodem dienen ook regelmatig schoonge-
maakt te worden, om geruis tijdens het
werken te voorkomen. De bodem van de
magnetron kan met heet water en een
schoonmaakmiddel schoongemaakt wor-
den en vervolgens droog gemaakt worden
met een schone doek. De loopring moet
worden afgewassen in een zacht zeepsop-
je. Bij een regelmatig gebruik zetten zich
kookdampen vast op de bodem en/of op de
wielen van de loopring, maar tasten deze
op geen enkele wijze aan. Wanneer u de
loopring uit de uitsparing van de grondplaat
haalt, om deze schoon te maken, let er dan
goed op dat deze weer in de juiste positie
teruggeplaatst wordt.
8. Bij het grillen, hete lucht, of combinatie
koken kunnen sommige voedselsoorten
vetspatten op de ovenwanden veroorzak-
en. Maak de oven dan ook regelmatig
schoon omdat dit vet zich anders opeen-
hoopt als gevolg waarvan de oven, tijdens
het gebruik, kan gaan 'roken'.
9. Om een hardnekkige geur te doen verdwij-
nen plaats een kom water met het sap van
een halve citroen in de oven. De oven 4-5
min. op HOOG 1000 W vermogen
zetten. De op de wanden van de oven
neergeslagen damp afwissen met een
spons.
10. Gebruik geen stoomreiniger voor het reini-
gen.
11. Deze oven dient alleen door gekwali-
ficeerd personeel onderhouden te worden.
Neem voor het onderhoud en reparatie
van de oven contact op met uw meest
dichtsbijzijnde, geautoriseerde, vakhande-
laar.
12.Houd verluchtingsopeningen altijd vrij.
Controleer dat stof of andere materialen de
verluchtingsopeningen boven-, onder- of
achteraan de oven niet blokkeren. Een
blokkering van de verluchtingsopeningen
kan leiden tot oververhitting en de werking
van de oven hinderen.
13.Als u de oven niet schoon houdt, is het
mogelijk dat de kwaliteit van de opper-
vlakken vermindert waardoor de levensdu-
ur van het toestel verkort en er mogelijk
gevaarlijke situaties ontstaan.