4.4 Het in bedrijf stellen van de stoomluchtbevochtiger
4.5 Automatische functies
4.6 Instellen van de capaciteitsbegrenzing
Nadat de stoomslang, watertoe- en afvoer en uiteraard de elektrische
bedrading vakkundig zijn aangesloten, wordt de zwarte hoofdschakelaar
van de stoomluchtbevochtiger van de NOVAP 3000 serie aangezet.
Zodra de hygrostaat of regelaar om bevochtiging vraagt, begint
de groene LED te branden en wordt de stroom ingeschakeld. Na korte tijd
wordt het water in de stoomcilinder gevoerd via de inlaatklep en
het volledig automatisch proces begint.
Een vereiste voor deze automatische werking is natuurlijk een juiste
installatie en een open afsluiter in de watertoevoer.
Na het opwarmen van het water in de stoomcilinder begint de
stoomproductie.
Gedurende de eerste opstartfase, of nadat een nieuwe cilinder is
geplaatst, kan het maximum waterniveau (Niveau max.) worden bereikt.
De inlaatklep gaat dan korte tijd dicht. Dit is normaal tijdens de
concentratiefase van de stoomcilinder. De lengte van deze fase kan
verschillen en duurt tot de stoomcilinder de nominale capaciteit heeft
bereikt. Het bereiken van het maximum waterniveau wordt aangegeven
doordat de groene LED brandt en daarin rood gaat knipperen (zie 4.8).
De speciale besturingseenheid met micro controller van de NOVAP 3000
serie regelt automatisch iedere procedure zodanig dat er geen ingrepen of
instellingen nodig zijn tijdens de werking.
Bij de NOVAP 3000 serie kan de stoomcapaciteit worden ingesteld tussen
20% en 100%. Open hiervoor de schakelkast. Draai de potentiometer
met de klok mee om de stoomcapaciteit te verhogen of tegen de klok
in om de stoomcapaciteit te verlagen. Alle bevochtigers
zijn in de fabriek standaard ingesteld op 100% capaciteit.
20
Figuur nr. 34
Potentiometer
Coderings-
schakelaars
Schakelaar «handmatig spulen»