11
Tips om energie te besparen
• Laat de deur niet onnodig lang open staan.
• Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
• Ontdooi het apparaat zodra zich een laag ijs gevormd heeft. Het
apparaat vriest dan beter èn zuiniger.
Opstellen
• Plaats het apparaat bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het
fornuis, een radiator enz.
• De ondergrond moet vlak en waterpas zijn. Staat het apparaat
niet stabiel, verdraai dan met de bijgeleverde sleutel één of meer
stelpoten.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd voor een goede
luchttoevoer en -afvoer!
• Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de diepvrieskast,
bijv. magnetron, broodrooster enz.
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten
zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaat-singsruimte van
het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid
koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats
moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het
typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet
d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaarde-
stopcontact aansluiten.
Afmetingen (mm)
NL
In- en uitschakelen
Wij adviseren u om de apparaat te reinigen voordat u hem in
gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen").
Inschakelen:
Stekker in het stopcontact steken - het apparaat is ingescha-
keld.
• Het temperatuurdisplay D toont de ingestelde binnentempera-
tuur.
• Het rode waarschuwingslampje brandt. Het rode waarschu-
wingslampje gaat uit, zodra het koud genoeg is in het vriesge-
deelte.
Uitschakelen:
Trek de stekker uit het stopcontact of draai de temperatuurrege-
laar T naar "0".
Temperatuur instellen
De temperatuur kan met de temperaturregelaar T worden inge-
steld. Al naar gelang de stand van de regelaar verandert de op
het display D getoonde temperatuur.
Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het
temperatuurdisplay.
Opmerking: De indicatie op het display toont niet de heersende
binnentemperatuur maar de gewenste temperatuurinstelling.
Alarm-toets
Alarm-toets
Het apparaat is met een alarmfunctie uitgerust.
Als de temperatuur in het vriesgedeelte te hoog is, weerklinkt het
geluidssignaal en de LED in de Alarm-toets knippert.
Door het indrukken van de Alarm-toets wordt de waarschuwings-
toon uitgeschakeld en de LED knippert niet meer maar brandt
continu. De LED gaat uit zodra het in het vriesgedeelte weer
koud genoeg is.
Dit geval kan optreden:
• Wanneer de deur van het vriesgedeelte lang open blijft zodat er
warme lucht naar binnen stroomt;
• Na een langdurige stroomonderbreking;
• Bij een defect van het apparaat.
Controleer in alle gevallen of er levensmiddelen opgedooid of bedor-
ven zijn. Als de Alarm-LED niet uitgaat, gelieve u met de technische
dienst contact op te nemen (zie hoofdstuk Storingen).
Opmerking: Pas wanneer de SuperFrost-toets tegelijk met één
controlelampje van het temperatuurdisplay knippert betekent dit:
er is een storing opgetreden. Neem in dit geval contact op met de
technische dienst van uw leverancier en deel mee welke lampjes
knipperen.
G 20 H = 1250 mm
G 24 H = 1447 mm
G 27 H = 1644 mm
G 31 H = 1841 mm