2-2. Instrumentenpaneel
*
1
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan
te geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit
nadat het hybridesysteem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er
kan een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto controleren door een Lexus-dea-
ler of erkende reparateur.
*
2
: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*
3
: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Het lampje knippert sneller dan normaal om aan te geven dat het sys-
teem in werking is.
■ Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de systemen van de auto. (→Blz. 553)
*
1
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan
te geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit
nadat het hybridesysteem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er
kan een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto controleren door een Lexus-dea-
ler of erkende reparateur.
*
2
: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
(met
navigatie-
systeem)
Controlelampje SRS-air-
bag ON/OFF (→Blz.
173)
(zonder
navigatie-
systeem)
Controlelampje SRS-air-
bag ON/OFF (→Blz.
173)
(indien
aanwezig)
(indien
aanwezig)
(voor de
bestuur-
der)
(voor-
passagier)
(indien
aanwezig)