2-1. Rijprocedures
■ Selecteren van de ECO-modus
Als de auto rijdt in de ECO-modus worden het aandrijfvermogen
van de auto en de werking van de airconditioning zodanig geregeld
dat brandstof bespaard wordt.
Druk op de menutoets.
De modus van het multi-infor-
matiedisplay verandert in de
modus voor het regelen van de
elektronische functies.
Druk op de toets ∧ of ∨ tot
ECO MODE wordt weerge-
geven.
Druk op de toets ENTER om
ON (aan) te selecteren.
Het controlelampje ECO
MODE wordt weergegeven.
Elke keer dat op de schakelaar
gedrukt wordt, wordt de ECO-
modus in- of uitgeschakeld.
Druk op de menutoets om terug
te keren naar het normale dis-
play.