1-7. Antidiefstalsysteem
Het alarm klinkt en de verlichting knippert als iemand zich ongeoorloofd
toegang tot de auto probeert te verschaffen.
■ Activeren van het alarm
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder
de volgende omstandigheden geactiveerd:
● Als een vergrendeld portier wordt ontgrendeld of geopend zon-
der gebruik te maken van de instapfunctie of de afstandsbedie-
ning. (De portieren zullen automatisch opnieuw worden
vergrendeld.)
● Als de motorkap wordt geopend.
● De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand
dringt de auto binnen.)
● Als de hellingsensor een verandering van de helling van de auto
signaleert.
● Sommige uitvoeringen: De achterruit wordt aangetikt of stuk
geslagen.
■ Het alarmsysteem inschakelen
Auto's met navigatiesysteem
Sluit de portieren, de achterklep
en de motorkap en vergrendel
alle portieren met de instap-
functie of de afstandsbediening.
Na 30 seconden wordt het sys-
teem automatisch ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld
zodra het controlelampje niet
meer constant brandt maar
knippert.