Er is geen toevoer van pellets meer
1- Er zijn geen pellets meer in de voorraadbak.
2- Er is te weinig trek in het verbrandingscompartiment met als
gevolg dat de lage drukregelaar in het voedingscircuit
uitgeschakeld wordt. Controleer of de dichtingen van de deuren
en het deksel van de voorraadbak goed zitten en hermetisch
afsluiten. Controleer ook of de drukregelaar goed werkt.
3- De voedingsschroef zal pas beginnen werken als de ESP
sonde een temperatuur van 74°C detecteert. Misschien heeft u
vooraleer u het vuur aanstak onvoldoende pellets in de
verbrandingspot gestort (manuele opstart).
Er komt een rookgeur uit de verluchtingsopeningen
Ratio Lucht/Brandstof is te hoog
A- De dosering van de brandstof is te hoog
B- Er is te weinig onderdruk omwille van een beschadigde
dichting.
Het warmtedebiet is te laag
1- De dosering van de brandstof ligt te laag
2- Er is te weinig trek omwille van een beschadigde dichting
3- Gebruik van pellets die vochtig of van een slechte
kwaliteit zijn.
4- Een combinatie van 1 en 2.
4- Er is iets dat de doorvoer van de pellets in de voorraadbak
verhindert, of de glijplaat blokkeert.
5- De voedingsmotor is defect.
Gedeeltelijk opgebrande pellets
1- Dosering van de brandstof is te hoog ingesteld.
2-
Slecht brandstof/lucht mengsel
(controleer het luik
van
de
verbrandingspot en de luchttoevoer).
3- De verbrandingspot of de warmtewisselaar moeten worden
schoongemaakt.
4- Combinatie van de 3 vorige oorzaken.
5- Controlepaneel toont 6 knipperende lichtjes: Dit wordt
veroorzaakt door een slechte of onvolledige verbranding.
Het Harman XXV paneel voor het automatische
ontstekingscircuit controleert de verbranding in functie van de
gekozen instellingen en de door de ESP sonde waargenomen
temperaturen. Als het controlebord deze slechte kwaliteit van
verbranding opmerkt, zal het het toestel veiligheidshalve
uitzetten. (Een slechte of onvolledige verbranding draagt bij tot
het vormen van creosoot en kan brand in de schouw
veroorzaken)
De 6 controlelampjes kunnen om verschillende redenen
knipperen :
1.
Buis voor de rookafvoer is geheel of gedeeltelijk verstopt
2.
Luchtinlaat is geheel of gedeeltelijk verstopt
a - De klep voor de invoer van de verbrandingslucht kan
geblokkeerd zijn in gesloten stand
b - Indien er externe luchttoevoer geïnstalleerd werd,
kan het zijn dat de luchtinlaatklep geblokkeerd is
3.
De kamer van de verbrandingspot zit vol stof en fijne as
4.
De gaten van de verbrandingspot zijn verstopt door de
assen en de koolstofafzetting.
5.
De schoepen van de ventilator moeten
schoongemaakt worden
6.
Beperking van de pellettoevoer zoals hierboven
reeds aangehaald.
Het vuur gaat uit
1.
Er zijn geen pellets meer in de voorraadbak
2.
Er is onvoldoende schouwtrek/obstructie
3.
Er is iets wat de toevoer van de brandstof blokkeert
4.
De reductiemotor of
de
rookgasventilator is defect
5.
Het pelletreservoir is niet goed gesloten.
Nuttige tips
Schoonmaken van de verbrandingspot
Maak telkens uw kachel niet brandt van de gelegenheid
gebruik om de geaccumuleerde koolstofresten te verwijderen
met behulp van de schraper.
Een stofzuiger is een handig hulpmiddel om de
verbrandingsresten te verwijderen. Vergewis u ervan dat
de kachel helemaal koud is vooraleer u aan de slag gaat.
Met behulp van de meegeleverde schraper kunnen
koolresten losgeschraapt worden terwijl de kachel
aanstaat. Schraap de bodem en de zijkanten van de
verbrandingspot.
De verbrandingsresten zullen door de
aanvoer van pellets uit
de verbrandingspot worden
geduwd. Draag altijd handschoenen als u dit werk
uitvoert.
Het legen van de aslade
Regel ongeveer 30 minuten voor u de as uit de aslade
verwijdert de temperatuurkiezer op «1». Hierdoor zullen de
kachel en de aslade minder warm zijn.
In de meeste gevallen is het niet nodig om de pellettoevoer
op het maximum debiet te zetten. Indien het maximale
vermogen niet vereist is, wordt een gemiddeld vermogen
(3 of 4) aanbevolen. De ESP sonde verhindert dat de
kachel oververhit raakt. Zorg er voor dat de kachel steeds
vrij is van stof en vuil.
Brandstof
De kwaliteit van de brandstof is essentieel voor een optimale
werking van uw toestel. Kies bij voorkeur houtkorrels met een
vochtgehalte dat lager is dan 8%, die gemaakt werden
zonder bindmiddel of additief, die voor ze verpakt werden in
zakken stofvrij werden gemaakt en na verbranding een laag
asgehalte opleveren.
Voorbeeld :
- een houtkorrel of pellet met een hoog vochtgehalte heeft
een lagere stookwaarde. Het verwarmingsvermogen van uw
kachel wordt hierdoor ook lager.
- hoe meer as er gevormd wordt, hoe vaker er as dient
verwijderd te worden. Het kan ook leiden tot het vormen
van sintels en zal de vervuiling van de kachel versnellen.
Bovendien wordt er meer brandstof verbruikt.