Bedieningselementen
Algemeen
CD•TAPE/OFF• Functieschakelaar, schakelt de programmabronnen
RADIO CD, TAPE en RADIO om (het toestel is uitgescha-
keld als in de stand »TAPE/OFF« geen loop-
werktoetsen ingedrukt zijn).
ON
•
Brandt als de radiorecorder in gebruik is.
VOLUME Wijzigt het volume.
UBS Ultra Bass System, verhoogt de bassen.
y Aansluiting voor een hoofdtelefoon, voor het
aansluiten van een stereo-hoofdtelefoon met
behulp van een plug (ø 3,5 mm), aan de linker-
zijde van het apparaat; de luidsprekers van het
toestel worden automatisch uitgeschakeld.
AC~ Aansluiting voor het netsnoer, achterkant van het
toestel.
Radio-deel
ANTENNA Uitschuifbare antenne voor FM-ontvangst.
BAND Golfbereikomschakelaar FM (UKW), MW (mid-
dengolf) en LW (lange golf).
ļ TUNING Ļ Hiermee kunt u radiozenders instellen.
PROG/RANDOM Voor het bewaren van radiozenders.
FM MODE Hiermee kunt u omschakelen op mono bij een
slechte stereo-ontvangst, aan achterzijde van het
apparaat.
CD-deel
OPEN/CLOSE Om het CD-vak te openen en te sluiten.
PLAY/PAUSE Start de weergave van een CD;
ıII schakelt op weergave-pauze.
STOP ■ Beëindigt de weergave van de CD.
IN EEN OOGOPSLAG
_________________________