BELANGRIJK Op het reservewiel kan
geen sneeuwketting worden
gemonteerd. Als u een lekke voorband
hebt, kunt u het reservewiel op de
achteras plaatsen en het achterwiel op
de vooras. Zo hebt u op de vooras
twee normale wielen waarop u
sneeuwkettingen kunt monteren.
93
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN
EN RIJDEN
Beperk de snelheid als u
sneeuwkettingen gebruikt;
rijd niet harder dan
50 km/h. Vermijd kuilen,
stoepranden en andere obstakels en
rijd, om de auto en het wegdek niet
te beschadigen, geen lange stukken
op sneeuwvrije wegen.
AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de
auto enkele maanden niet wordt
gebruikt:
❒
zet de auto in een overdekte, droge
en goed geventileerde ruimte;
❒
schakel een versnelling in;
❒
zorg ervoor dat de handrem niet is
aangetrokken;
❒
maak de minkabel los van de accu en
controleer de acculading (zie de
paragraaf “Accu – Acculading en
elektrolytniveau controleren” in het
hoofdstuk “Voorzorgsmaatregelen en
onderhoud”);
❒
maak de gespoten plaatdelen schoon
en behandel ze met een
beschermende was;
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is
afhankelijk van de voorschriften van het
land waar wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op
de voorwielen gemonteerd worden
(aangedreven wielen).
Controleer na enkele tientallen meters
rijden of de kettingen nog goed
gespannen zijn.
Gebruik het reservewiel
niet gelijktijdig met de
sneeuwkettingen.
ATTENTIE!
085-094 Ford KA NL:085-094 Ford KA NL 20-10-2010 14:26 Pagina 93