794825
1
Zoom out
Zoom in
Model SCO5
M09-0044-004 Q01/08 Gedrukt in Mexico
de
oor
er.
n
BELANGRIJK! LEES DEZE HANDLEIDING
ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR HEM.
Deze handleiding bevat belangrijke informatie over
de werking van uw rookmelder. Als u deze rook-
melder voor iemand anders installeert, moet u deze
handleiding – of een kopie daarvan – achterlaten bij
de eindgebruiker. Berg de handleiding op een
veilige plaats op. Deze rookmelder wordt geleverd
inclusief batterij en bevestigingsmateriaal.
INHOUDSOPGAVE
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
Tips voor de brandveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
Hoofdlijnen veiligheidsinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-3
Waar deze melder aan te brengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-2
Waar deze melder NIET kan worden aangebracht . . . . . . . . . . . . . . . .2
Hoe deze melder te plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Optionele vergrendelingsfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3
Wekelijkse test . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3
Regelmatig onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Als uw rook- en koolmonoxidemelder alarm slaat . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Wat er eerst gedaan moet worden–Het identificeren van het type
melding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Als de koolmonoxidemelder alarm slaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Als de rookmelder alarm slaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Knop om het geluid mee uit te zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Wat u dient te weten over koolmonoxide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Wat is koolmonoxide (CO)? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Symptomen van koolmonoxidevergiftiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Mogelijke bronnen van koolmonoxide in huis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Hoe kan ik mijn gezin beschermen CO-vergiftiging? . . . . . . . . . . . . . . . .5
Wettelijke informatie over rook- en koolmonoxidemelders . . . . . . . . .5-7
Wettelijke informatie over koolmonoxidemelders . . . . . . . . . . . . . . . .5-6
Aanbevolen locaties voor rookmelders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Over rookmelders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Speciale voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Algemene beperkingen van rook- en koolmonoxidemelders . . . . . . . .6-7
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-7
Beperkte garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
© 2008 Brands Europe Ltd, A Jarden Corporation company (NYSE: JAH)
Unit 6, Carter Court, Davy Way, Waterwells Business Park
Quedgeley, Gloucester GL2 2DE United Kingdom
All rights reserved. (Alle rechten voorbehouden.)
Email adres: info@firstalert.co.uk • www.firstalert.eu
INLEIDING
TIPS VOOR DE BRANDVEILIGHEID
Houdt u aan de veiligheidsvoorschriften en zorg ervoor dat er geen gevaarlijke
situaties kunnen ontstaan: 1) Ga op een veilige manier om met rookgerei. Rook
nooit in bed. 2) Houd lucifers of aanstekers buiten het bereik van kinderen;
3) Bewaar brandbare materialen in daarvoor geschikte houders; 4) Zorg ervoor dat
de elektrische apparatuur in goede staat is en vermijd overbelasting van het elek-
trische net.; 5) Kooktoestellen, barbecues, open haarden en schoorstenen moeten
vrij van vet en vuil zijn; 6) Laat kookpannen nooit onbewaakt op het vuur staan;
7) Houd draagbare verwarmingstoestellen en open vuur, zoals kaarsen, uit de buurt
van brandbare materialen; 8) Vermijd opstapeling van afval.
Houd de rookmelders schoon en test ze één keer per week. Een niet goed func-
tionerende rookmelder moet onmiddellijk vervangen worden. Rookmelders die niet
werken, kunnen u niet waarschuwen voor brand. Op elke verdieping moet tenminste
één werkend brandblusapparaat aanwezig zijn. In de keuken dient een extra brand-
blusapparaat en een branddeken aanwezig zijn. Voorzie de hogere verdiepingen van
een brandladder of een andere betrouwbare uitweg voor het geval dat het trappen-
huis geblokkeerd is. Neem contact op met de lokale brandweer voor meer informatie
over brandpreventie.
HOOFDLIJNEN VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Symbolen attenderen u op gevaren, geven waarschuwingen en
aanwijzingen over het gebruik of u laten weten wanneer er werkelijk
sprake is van een gevaarlijke situatie. Let goed op deze symbolen.
• Deze rook- en koolmonoxidemelder is goedgekeurd voor gebruik in
gezinswoningen. Het is NIET bestemd voor gebruik in boot of caravan.
• Deze combinatie rook- en koolmonoxidemelder heeft twee aparte
melders. De koolmonoxidemelder is niet bestemd om vuur of andere
gassen waar te nemen. Het toont slechts de aanwezigheid aan van
koolmonoxidegas in de nabijheid van de sensor. Er kan koolmonoxide-
gas aanwezig zijn in andere gebieden. De Rookmelder toont slechts de
aanwezigheid aan van rook die de sensor bereikt. De rookmelder is niet
bestemd om gas, hitte of vlammen waar te nemen.
Deze rook- en CO-melder functioneert niet zonder de juiste batterijen.
Als u de batterijen om wat voor reden dan ook verwijdert of als u ze
niet tijdig vervangt, bent u niet langer beschermd.
• Negeer NOOIT een alarmmelding. Zie "Indien Uw rook- en koolmono-
xidemelder alarm slaat" voor verdere informatie hoe te reageren op een
alarmmelding. Indien er niet gereageerd wordt, kan dit dood of ver-
wonding ten gevolge hebben.
De knop om het geluid mee uit te zetten is er slechts voor uw gemak
en corrigeert geen rook- en koolmonoxide problemen. Na een alarm-
melding dient uw huis altijd op mogelijke problemen gecontroleerd te
worden. Indien dit niet wordt gedaan, kan dit dood of verwonding ten
gevolge hebben.
• Test deze rook- en koolmonoxidemelder eenmaal per week. Vervang
het onmiddellijk indien blijkt dat de melder niet goed werkt! Indien de
melder niet goed werkt, kunt u niet worden geattendeerd op een
probleem.
• Dit product is bedoeld voor gebruik op bepaalde plaatsen binnenshuis
of in gezinseenheden. Mensen met medische problemen die hen
gevoeliger maken voor koolmonoxide kunnen overwegen om
waarschuwingsapparaten te gebruiken, die voorzien in visuele en
auditieve signalen indien koolmonoxideconcentraties onder de 30 ppm
worden gemeten. Neem contact op met uw arts voor verdere informatie
over koolmonoxide en uw medische toestand.
Installeer de rook- en koolmonoxidemelder niet op een plek waar hij in
contact kan komen met rondspattend water.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
5 6 7 1 2 3
ROOK- EN KOOLMONOXIDEMELDER
4
Gedrukt in Mexico M09-0044-004 Q01/08
First Alert®is a registered trademark of the First Alert Trust.
WAT U DIENT TE WETEN OVER KOOLMONOXIDE
WAT IS KOOLMONOXIDE (CO)?
Koolmonoxide is een onzichtbaar, reukloos, smaakloos gas dat wordt geproduceerd
als fossiele brandstoffen niet geheel verbranden, of zijn blootgesteld aan hitte
(gewoonlijk brand). Elektrische apparatuur produceert gewoonlijk geen koolmonoxide.
Deze brandstoffen omvatten: Hout, kool, houtskool, olie, aardgas, benzine,
paraffineolie en propaan.
Gewone apparatuur vormt vaak koolmonoxide. Als deze niet goed zijn onderhouden,
niet goed zijn geventileerd, of niet goed werken, kan het koolmonoxideniveau snel
stijgen. Koolmonoxide wordt steeds gevaarlijker nu dat de huizen beter geïsoleerd
zijn. "Luchtdichte" huizen met extra isolatie, verzegelde ramen, en andere
weerbestendige maatregelen kan koolmonoxide binnen "gevangen houden".
SYMPTOMEN VAN KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING
De volgende symptomen zijn gerelateerd aan koolmonoxidevergiftiging en dienen
te worden besproken met ALLE personen in uw huishouden.
Milde blootstelling: Lichte hoofdpijn, misselijkheid, overgeven, vermoeidheid (zich
"grieperig" voelen).
Bepaalde mate van blootstelling: Kloppende hoofdpijn, duizeligheid, verwarring,
snelle hartslag.
Extreme blootstelling: Stuiptrekkingen, bewusteloosheid, insufficiëntie van hart en
longen. Blootstelling aan koolmonoxide kan hersenbeschadiging veroorzaken of de
dood ten gevolge hebben.
Sommige personen zijn gevoeliger voor koolmonoxide dan anderen, zoals
mensen met hart- of ademhalingsproblemen, baby’s, ongeboren baby’s,
zwangere vrouwen of oudere mensen kunnen sneller en sterker onder de
invloed raken door koolmonoxide. Dergelijke mensen dienen hun artsen te
raadplegen welke extra voorzorgsmaatregelen dienen te worden getroffen.
HET VINDEN VAN DE KOOLMONOXIDEBRON NA EEN
MELDING
Koolmonoxide is een reukloos, onzichtbaar gas, dit maat het vaak moeilijk om
de koolmonoxidebron na een melding te vinden. Hier zijn enkele factoren die het
moeilijk maken om koolmonoxidebronnen te kunnen traceren:
• Het huis werd goed geventileerd voordat de onderzoeker arriveert.
• Het probleem wordt veroorzaakt door "tochtvlagen."
• Voorkomende koolmonoxideproblemen worden veroorzaakt door speciale
omstandigheden.
Daar koolmonoxide reeds ontsnapt kan zijn tegen de tijd dat de onderzoeker
arriveert, kan het moeilijk zijn de koolmonoxidebron te traceren. First Alert®/ BRK
Brands Europe Ltd. kan niet worden verplicht tot betaling van de kosten van
enigerlei koolmonoxideonderzoek of serviceoproep.
MOGELIJKE BRONNEN VAN KOOLMONOXIDE IN HUIS
Op brandstof werkende apparatuur zoals: verplaatsbare verwarming, op gas- of
op hout werkende open haarden, op gas werkende keukenfornuizen, op gas werkend
wasdrogers.
Beschadigde ventilatieapparatuur of onvoldoende ventilatie: verroeste of niet
aangesloten boilerafvoerpijpen, lekkende schoorsteenpijpen of rookkanalen, of
gebarsten warmtewisselaars, vervuilde of verstopte schoorsteenopeningen.
Onjuist gebruik van de apparatuur/apparaat: het bedienen van een barbecue of
vervoersmiddel in een afgesloten ruimte(zoals een garage of met horren afgesloten
veranda’s).
Voorkomende koolmonoxideproblemen: "voorkomende" of koolmonoxide
problemen die zich zo nu en dan aandienen, kunnen van buiten komen of worden
veroorzaakt door andere speciale omstandigheden.
De volgende omstandigheden kunnen leiden tot voorkomende koolmono-
xideproblemen:
1. Overmatige morsen of omgekeerde ventilatie van brandstofapparatuur
veroorzaakt door omstandigheden buiten de deur zoals:
Windrichting en/of windsnelheden, waaronder hoog voorkomende
windstoten. Zware lucht in de ontluchtingskanalen (koude/vochtige
lucht met langere perioden tussen omlooptijden).
• Negatief drukdifferentiaal van het gebruik van uitlaatgasventilatoren.
Diverse tegelijk werkend apparatuur dat frisse lucht tekort komt.
• Losgetrilde afvoerpijpaansluitingen van wasdrogers, cv-ketels of
waterkokers.
• Verstoppingen in of van ongebruikelijk ontworpen afvoerpijpen, die de
hierboven beschreven situaties kunnen verergeren.
2. Verhoogde werking van niet geventileerde brandstof verbrandende apparatuur
(fornuis, oven, open haard).
3. Temperatuurinversies waar uitlaatgas zich dichtbij de vloer ophoopt.
4. Een met de motor draaiende auto in een open of gesloten aangebouwde
garage, of dichtbij een huis.
Deze omstandigheden kunnen gevaarlijk zijn daar er uitlaatgas in uw huis kan
ophopen. Daar deze omstandigheden zich zo nu en dan kunnen voordoen, zijn
deze ook moeilijk na te bootsen gedurende een koolmonoxideonderzoek.
HOE KAN IK MIJN GEZIN BESCHERMEN TEGEN
CO–VERGIFTIGING?
Een koolmonoxidemelder biedt uitstekende bescherming. Het controleert de lucht
en slaat luidkeels alarm voordat het koolmonoxideniveau te bedreigend wordt voor
gemiddelde, gezonde volwassenen.
Een koolmonoxidemelder is geen vervanging voor regelmatig onderhoud van
huisapparatuur.
Om koolmonoxideproblemen te voorkomen en het risico van koolmonoxidevergiftig-
ing te verminderen:
• Reinig schoorstenen en rookkanalen ieder jaar. Ontdoe deze van rommel,
bladeren en nesten om de lucht goed te laten circuleren. Laat een
geschoolde vakkracht alles controleren op roest en corrosie, barsten of
losgeraakte dingen. Deze kunnen namelijk een goede luchtcirculatie in de
weg staan en tochtvlagen veroorzaken. Zet nooit een "deksel" op een
schoorsteen op bedek deze op een andere manier die de luchtafvoer kan
blokkeren.
Test en onderhoud alle op brandstof werkende apparatuur ieder jaar.
Geisers en gasapparaten dienen te worden gemonteerd door een door het
Keurmerkinstituut erkende installateur. Veel plaatselijke gas- of oliebedrijven
en verwarmingsbedrijven bieden onderhoud- en inspectiecontracten aan.
Voer regelmatige visuele inspecties uit op alle op brandstof werkende
apparatuur. Controleer apparatuur op overmatige roest en afbladdering.
Controleer ook de vlam op de pitten en de waaklichtjes. De vlam dient blauw
te zijn. Een gele vlam betekent dat brandstof niet geheel wordt verbrand en
er koolmonoxide aanwezig kan zijn. Houd de blaasdeur op de cv-ketels
gesloten. Gebruik afvoer of ventilatoren als deze beschikbaar zijn op alle op
brandstof werkende apparatuur. Zorg dat ontluchtingskanalen van de appa-
ratuur naar buiten worden geleid. Grill of barbecue niet binnen of in garages
of op met horren afgesloten veranda’s.
Controleer dat er geen uitlaatgas kan ontsnappen uit koolmonoxidebronnen.
Controleer de overkapping van werkend cv-ketels op tochtvlagen. Kijk of er
barsten aanwezig zijn op de warmtewisselaars van cv-ketels.
• Controleer het huis of garage aan de andere kant van de gemeenschappelijke
muur.
• Houd ramen en deuren ietsje open. Open een raam of deur als u vermoedt
dat er koolmonoxide in uw huis ontsnapt. Het openen van ramen en deuren
kan koolmonoxideniveaus aanzienlijk verminderen.
Lees alle meegeleverde materialen aandachtig door. Lees deze gebruiksaanwi-
jzing geheel door, en controleer dat u begrijpt wat er gedaan moet worden als
uw koolmonoxidemelder alarm slaat.
WETTELIJKE INFORMATIE OVER ROOK- EN
KOOLMONOXIDEMELDERS
WETTELIJKE INFORMATIE OVER KOOLMONOXIDEMELDERS
HOE HOOG DIENT HET KOOLMONOXIDE NIVEAU TE ZIJN OM EEN
MELDING TEWEEG TE BRENGEN?
De Underwriters Laboratories Inc. Standaard UL2034 vereist dat voor woningen
bestemde koolmonoxidemelders afgaan als deze zijn blootgesteld aan bepaalde
koolmonoxideniveaus en hieronder beschreven blootstellingtijden. Deze worden
per miljoen (ppm) koolmonoxide gemeten over een bepaalde tijd (in minuten).
De door de UL2034 vereiste meldingspunten*:
• Als de melder is blootgesteld aan 400 ppm koolmonoxide, DIENT DE
MELDER AF TE GAAN TUSSEN DE 4 en 15 MINUTEN.
• Als de melder is blootgesteld aan 150 ppm koolmonoxide, DIENT DE
MELDER AF TE GAAN TUSSEN DE 10 en 50 MINUTEN.
• Als de melder is blootgesteld aan 70 ppm koolmonoxide, DIENT DE
MELDER AF TE GAAN TUSSEN DE 60 en 240 MINUTEN.
*Ongeveer 10% COHb blootstelling aan niveaus van 10% tot 95% relatieve
vochtigheid.
De eenheid is ontworpen om niet af te gaan als het 30 dagen lang blootgesteld is
aan een constant niveau van 30 ppm.
Koolmonoxidemelders zijn ontworpen om af te gaan voordat er onmiddellijk levens-
gevaar bestaat. Daar u koolmonoxide niet kunt zien of ruiken, ga er nooit van uit dat
het niet aanwezig is.
Blootstelling aan koolmonoxide van 100 ppm voor 20 minuten zal de gemid-
delde, gezonde volwassene niet treffen, maar na 4 uur kan een dergelijk niveau
hoofdpijn veroorzaken.
Blootstelling aan 400 ppm koolmonoxide kan na 35 minuten hoofdpijn veroorza-
ken in gemiddelde, gezonde volwassenen, maar kan ook na 2 uur de dood ten
gevolge hebben.
Vervolg zie keerzijde...
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WETTELIJKE INFORMATIE OVER KOOLMONOXIDEMELDERS, Vervolg
Deze koolmonoxidemelder meet blootstelling aan koolmonoxide over een bepaalde
tijd. De melder gaat af als het koolmonoxideniveau extreem hoog is over korte tijd,
of als koolmonoxideniveaus een bepaalde minimum bereiken over langere tijd. De
koolmonoxidemelder slaat over het algemeen alarm voordat symptomen optreden
in gemiddelde, gezonde volwassenen. Waarom is dit belangrijk? Daar u dient te
worden gewaarschuwd over een mogelijke koolmonoxideprobleem, opdat u op tijd
actie kunt ondernemen. In vele gerapporteerde gevallen van koolmonoxidebloot-
stelling kunnen slachtoffers zich ervan bewust zijn dat zij zich niet goed voelen,
maar raken gedesoriënteerd en kunnen niet langer adequaat reageren om het
gebouw te verlaten of om hulp te zoeken. Jonge kinderen en huisdieren kunnen
het eerst onder de invloed raken. Een gemiddelde, gezonde volwassene kan geen
symptomen hebben als de koolmonoxidemelder alarm slaat. Maar mensen met
hart- of ademhalingsproblemen, baby’s, ongeboren baby’s, zwangere vrouwen of
oudere mensen kunnen sneller en sterker onder de invloed raken door koolmonox-
ide. Ook indien u slechts lichte koolmonoxidevergiftiging symptomen vertoont,
dient u onmiddellijk contact met uw arts op te nemen!
Standaarden: Underwriters Laboratories Inc. enkelvoudige en meerdere stations
carbon monoxide melders UL2034.
Volgens Underwriters Laboratories Inc. UL2034, Sectie 1-1.2:
"Koolmonoxidemelders die aan deze vereisten dienen te voldoen, zijn bedoeld om
de aanwezigheid van koolmonoxidebronnen aan te tonen zoals, maar niet beperkt
tot, uitlaatgassen van interne verbrandingsmotoren, abnormale werking van op
brandstof werkende apparatuur alsmede open haarden. Koolmonoxidemelders zijn
bedoeld om alarm te slaan bij koolmonoxideniveaus, die een verlies van vermogen
zou kunnen veroorzaken om adequaat kunnen reageren op de gevaren van kool-
monoxideblootstelling." Deze koolmonoxidemelder controleert de lucht bij de
melder en is ontworpen om melder af te laten gaan voordat koolmonoxideniveaus
een levensbedreiging gaan vormen. Dit geeft u de benodigde tijd om het huis te
verlaten en het probleem te kunnen corrigeren. Dit is alleen mogelijk als de melders
zijn geplaatst, geïnstalleerd en onderhouden zoals in deze gebruiksaanwijzing
beschreven.
Waarneming van gas bij normale temperaturen en vochtigheidbereik:
De koolmonoxidemelder is niet afgestemd om koolmonoxideniveaus onder de
30 ppm waar te nemen. UL getest op het weerstaan van ongewenste alarmen
m.b.t. Medane (500 ppm), Butane (300 ppm), Heptane (500 ppm), Ethyl Acetate
(200 ppm), Isopropyl Alcohol (200 ppm) en Carbon Dioxide (5000 ppm). Meet de
waarden van gas- en dampconcentraties in delen per miljoen.
Hoorbare melding: Een minimum van 85 dB op 3 meter afstand.
AANBEVOLEN LOCATIES VOOR ROOKMELDERS
INSTALLEER DE ROOKMELDERS BIJ VOORKEUR:
Waar de temperatuur gewoonlijk tussen de 4° C en 38° C blijft.
Op elke verdieping van uw woning, met inbegrip van afgewerkte zolders.
In elke slaapkamer, vooral als de bewoners met de deur dicht slapen.
In de gang naast elk slaapgedeelte. Als uw woning meerdere slaapgedeeltes
heeft, moet u in elk gedeelte een rookmelder installeren. Als een gang meer
dan 7,5 meter lang is, installeert u een rookmelder aan het begin en aan het
einde van de gang.
Bovenaan de trap van de eerste naar de tweede verdieping en van de trappen
naar de volgende verdiepingen, en onderaan de trap van de begane grond.
De speciale vereisten voor het installeren van rookmelders kunnen variëren van
regio tot regio. De plaatselijke brandweer en de bouwinspectie kunnen u zeggen
wat de vereisten voor uw regio zijn.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
BEPERKTE GARANTIE
BRK Brands Europe Ltd., (“het bedrijf”), garandeert dat de meegeleverde
rook- en koolmonoxidemelder - maar niet de batterij - bij normaal gebruik
en service geen defecten vertoont in materialen en vakmanschap voor een
periode van vijf jaar na aankoopdatum.
Brk Brand Europe Ltd. geeft geen andere uitdrukkelijke garantie voor deze
eenheid. Geen agent, vertegenwoordiger, dealer of werknemer van het
Bedrijf heeft de bevoegdheid om de verplichtingen of beperkingen van
de Garantie te verhogen of te veranderen.
De verplichting van het Bedrijf met betrekking tot deze Garantie wordt
beperkt tot reparatie of vervanging van enig deel van de melder dat bij
normaal gebruik en service defecten vertoont in materialen en vakman-
schap gedurende de garantieperiode vanaf de aankoopdatum. Het Bedrijf
kan niet worden verplicht om melders te repareren of te vervangen die
gerepareerd of vervangen dienen te worden voor beschadigingen,
onredelijk gebruik, aanpassingen of veranderingen die na de aankoopdatum
optreden.
Hoe garantieservice is te verkrijgen
Service: Als service nodig is stuur het product dan naar uw detaillist.
Batterij: BRK Brands Europe Ltd. Verleent geen enkele garantie, expliciet
of impliciet, geschreven of verbaal, inclusief garantie van verhandelbaarheid
of geschiktheid voor enig specifiek doel met betrekking tot de batterij.
Bestaat uit:
Aparte sensoren om rook en
koolmonoxide waar te nemen.
De twee meldersystemen werken
onafhankelijk van elkaar.
Aparte akoestische signalen om
gevaarlijke rook- of CO-niveaus te
melden
Gevoed door twee AA-batterijen
Lade toegankelijk vanaf de zijkant:
de batterijen worden gemakkelijk
vervangen
Alle First Alert®rookmelders voldoen aan de wettelijke vereisten, met inbegrip
van UL217 en zijn ontworpen om verbrandingsdeeltjes te detecteren. Alle
branden produceren rookdeeltjes die kunnen variëren in aantal en grootte.
Een op ionisatietechnologie gebaseerde rookmelder is gewoonlijk
gevoeliger dan een op optische (foto-elektrische) technologie gebaseerde
rookmelder als het gaat om het detecteren van kleine deeltjes. Kleine
deeltjes worden gewoonlijk in grotere hoeveelheden geproduceerd door branden
met vuurverschijnselen die het brandbaar materiaal snel verteren en zich snel
uitbreiden. Deze branden kunnen o.a. ontstaan door brandend papier in een
prullenmand, of een brandende pan met vet.
Optische (Foto-elektrische) rookmelders zijn gewoonlijk gevoeliger dan
ionisatiemelders als het gaat om het detecteren van grote deeltjes. Grote
deeltjes worden gewoonlijk in grotere hoeveelheden geproduceerd door
smeulbranden die uren kunnen smeulen voordat ze in vlammen uitbarsten. Deze
branden kunnen o.a. veroorzaakt worden door een brandende sigaret die op een
bank of in bed ligt te smeulen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Indien de Melder... Probleem... Dient u...
Het alarm piept om de minuut (ca.). Waarschuwing voor te lage batterij spanning. Installeer twee nieuwe AA-batterijen*.
Alarm piept driemaal snel, om de minuut;
het LED knippert 3 maal snel samen met de
piepjes.
Het apparaat functioneert niet goed, en dient te
worden vervangen. Eenheden onder garantie dienen te worden
geretourneerd naar de fabrikant voor vervanging.
Zie "Beperkte garantie" voor verdere details.
ALLEEN voor de koolmonoxidemelder:
De koolmonoxidemelder slaat nogmaals alarm
4 minuten nadat u de test- en pauzeknop heeft
ingedrukt.
Koolmonoxide niveaus geven aan wanneer er
werkelijk sprake is van een gevaarlijke situatie. INDIEN U SYMPTOMEN HEEFT VAN KOOL-
MONOXIDEVERGIFTIGING, verlaat uw huis
onmiddelijk en bel de brandweer. Zo niet, druk de
test- en pauzeknop nogmaals in en blijf uw huis
ventileren.
De koolmonoxidemelder slaat vaak alarm zelfs als er
na onderzoek geen hoge niveaus van koolmonoxide
kunnen worden aangetoond.
Het kan zijn dat de koolmonoxidemelder zich niet
op de juiste plaats bevindt. Zie "Waar deze melder
dient te worden aangebracht."
Geef uw melder een andere plaats. Indien
alarmmeldingen voortduren, laat uw huis controleren
op mogelijke koolmonoxideproblemen. U kunt een
koolmonoxideprobleem hebben dat zich zo nu en
dan voordoet.
ALLEEN rookmeldingen:
De rookmelder slaat alarm indien er rook kan
worden waargenomen. Ongewenste alarmmeldingen kunnen worden
veroorzaakt door bronnen zoals rook als gevolg van
koken.
Reinig de behuizing van de melder met een zacht
schoonmaakdoekje. Indien er vaak ongewenste
meldingen voorkomen, kunt u de melder verplaat-
sen. De melder kan zich te dichtbij een keuken,
kookapparaat of een badkamer vol stoom bevinden.
*Voor een lijst van aanvaardbare vervangende batterijen, zie "Regelmatig Onderhoud."
Schrijf voor uw eigen administratie het volgende op:
Aankoopdatum: _______________________
Waar gekocht: ________________________________
Deze rook- en koolmonoxidemelder is bedoeld voor gebruik in een woning. Het is
niet bedoeld voor gebruik in een industriële omgeving waar dient te worden voldaan
aan de vereisten voor koolmonoxidemelders van het OSHA (Occupational Safety
and Health Administration). Het rookmeldergedeelte van dit apparaat is niet bedoeld
om alarm te slaan voor auditief gehandicapte bewoners. Rookmelders voor speciale
doeleinden dienen te worden aangebracht voor auditief gehandicapten bewoners
(Er zijn nog geen koolmonoxidemelders beschikbaar voor auditief gehandicapten).
Rook- en koolmonoxidemelders zullen niet alle mensen wakker maken. Oefen
het vluchtplan tenminste tweemaal per jaar, controleer dat iedereen meedoet– van
kinderen tot grootouders. Geef kinderen de gelegenheid om zich het vluchtplan
eigen te maken en oefen alvorens ’s nachts een brandoefening te houden wanneer
zij slapen. Indien kinderen of anderen niet gemakkelijk wakker worden van het geluid
van rook- en koolmonoxidemelders of indien er baby’tjes of huisgenoten zijn met
bewegingsbeperkingen, controleer dat er iemand wordt toegewezen om hen te
helpen gedurende een brandoefeningen en in noodgevallen. Het wordt aangeraden
dat u een brandoefening houdt terwijl uw huisgenoten slapen om te zien hoe zij
reageren op het geluid van de rook- en koolmonoxidemelder terwijl zij slapen en
om te zien in hoeverre zij behulp behoeven in eventuele noodgevallen.
Rook- en koolmonoxidemelders kunnen niet zonder voeding werken. Batterij
aangedreven eenheden kunnen niet werken indien er geen batterijen aanwezig zijn,
niet zijn aangesloten of leeg zijn, indien het verkeerde type batterijen is gebruikt of
indien de batterijen niet juist zijn geplaatst. AC eenheden kunnen niet werken indien
de wisselstroom is afgesloten voor een bepaalde (doorgeslagen zekering of
stroomonderbreker, storing op een elektrische lijnen of elektriciteitstation, elektrische
brand die de elektrische bedrading doorbrandt, etc.). Installeer beide types een-
heden indien u bezorgd bent over de beperkingen van batterij of wisselstroom.
Rook- en koolmonoxidemelders kunnen geen rook of koolmonoxide bespeuren
die de sensoren niet bereikt. Rook of koolmonoxide als resultaat van brand in
schoorstenen of muren, op daken, of aan de andere kant van afgesloten deuren
kunnen de sensorenkamer niet bereiken en de melder laten afgaan. Daarom dient
er een eenheid te worden aangebracht in elke slaapkamer of slaapplaats—vooral
indien de deuren van de slaapkamer of slaapplaats ‘s nachts zijn gesloten—en in
de gang ertussen.
Rookmelders kunnen geen rook bespeuren op een andere verdieping of
gebied van het huis. Bijvoorbeeld, een op zichzelf staande eenheid op de tweede
verdieping kan geen rook bespeuren op de benedenverdieping totdat de brand zich
uitbreidt. Dit geeft u misschien niet genoeg tijd om veilig te kunnen onsnappen.
Daarom wordt aangeraden als minimum bescherming tenminste één eenheid in
alle circulatieruimtes te hebben (meestal gangen en trappenhuizen), die onderdeel
uitmaakt van vluchtroutes op iedere niveau en in alle kamers en gebieden waar een
hoog risico aanwezig is. Zelfs met een eenheid op iedere verdieping kunnen
op zichzelf staande eenheden in net zoveel bescherming bieden als onderling
aangesloten eenheden, vooral indien de brandhaard zich op afstand bevindt.
Sommige veiligheidsexperts raden aan om onderling aangesloten netwerken de
met wisselstroom gevoede eenheden met batterijreservevoeding (DC) te versterken
(zie "Over de rookmelders") of professionele branddedectie-installaties, zodat indien
een eenheid rook bespeurt, alle eenheden alarm slaan. Onderling aangesloten
eenheden kunnen vroegere waarschuwingen voortbrengen dan op zichzelf staande
eenheden, daar alle eenheden melden wanneer er rook wordt bespeurd.
Rook- en koolmonoxidemelders worden niet gehoord. Alhoewel het meldsignaal
in deze eenheid aan de huidige standaarden voldoet of meer dan voldoet, kan deze
echter niet worden gehoord indien: 1) de eenheid zich bevindt buiten een gesloten
of gedeeltelijk gesloten deur, 2) bewoners niet kort geleden alcohol of drugs gebruik-
ten, 3) de melder overstemd wordt door lawaai van stereo, TV, verkeer, airconditioner
of andere apparatuur, 4) bewoners auditief gehandicapt zijn of in diepe slaap ver-
zonken zijn. Eenheden voor speciale doeleinden, zoals die met visuele en auditieve
melders enz. dienen te worden aangebracht voor auditief gehandicapte bewoners.
De melder kan geen tijd hebben om de brand te melden voordat de brand zelf
beschadiging, verwonding of dood veroorzaakt, omdat de rook van sommige
brandhaarden de eenheid niet onmiddellijk kan bereiken. Voorbeelden hiervan
zijn mensen die in bed roken, kinderen die met lucifers spelen, of brand door
krachtige explosies veroorzaakt door ontsnapt gas.
Rook- en koolmonoxidemelders zijn niet onfeilbaar.Zoals ieder ander elektronisch
apparaat zijn rook- en koolmonoxidemelders gemaakt van componenten die kunnen
slijten of onverwacht dienst kunnen weigeren. U dient de eenheid wekelijks te testen
om verzekerd te zijn van voortdurende bescherming. Rook- en koolmonoxidemelders
kunnen noch brand voorkomen noch deze blussen. Dit is geen vervanging voor
boedel- of levensverzekering.
Rook- en koolmonoxidemelders hebben een beperkte levensduur.De eenheid
dient onmiddellijk te worden vervangen indien het niet goed werkt. U dient altijd
een rook- en koolmonoxidemelder 5 jaar na aankoopdatum te vervangen. Schrijf
de aankoopdatum op de gebruiksaanwijzing en bewaar deze op een veilige plaats
ter referentie.
ALGEMENE BEPERKINGEN VAN ROOK- EN KOOLMONOXIDEMELDERS
HANDLEIDING
HOE DEZE MELDER
TE PLAATSEN
Deze combinatie rook- en koolmonoxidemelder is ontworpen om op het
plafond of muur te worden gemonteerd. Het is geen apparaat om op een tafel
te plaatsen. U dient dit apparaat op het plafond of muur aan te brengen zoals
hieronder aangegeven. Lees "Waar deze melder aan te brengen" voor u hiermee
begint.
Noodzakelijk gereedschap: Potlood, boor met een boorkop van 5 mm,
standaard platkopschroevendraaier, hamer
Sluit deze eenheid niet aan op een andere melder of hulpapparatuur. Het
is een uit één station bestaande eenheid die niet kan worden gekoppeld
aan andere apparatuur. Het aansluiten van iets anders op deze eenheid
kan deze niet goed laten functioneren.
Breng deze eenheid niet aan over elektriciteitskabels of gaten in het
plafond. Door luchtstromen kan rook de sensorenkamer niet bereiken
en kan de eenheid niet meer alarm slaan. Slechts AC gevoede eenheden
zijn bedoeld om over elektriciteitskabels aan te brengen.
Als u het batterijvakje wilt vergrendelen, of als u de rook- en CO-melder op
de monteerbeugel wilt vergrendelen, lees het deel "Optionele vergrendelings-
functies".
1. Houd de basis stevig vast en twist de montagebeugel tegen de klok in (naar
links) om het van de eenheid los te maken.
2. Houd de beugel tegen het plafond (of de muur) aan, zodat de verticale monteer-
gleuf op één lijn ligt met de 12-uurspositie. Trek een lijn langs de binnenkant van
de monteergleuven (verticale en horizontale montage).
3. Voor het boren van de montagegaten dient de eenheid tijdelijk te worden
neergezet waar het niet met stof kan worden bedekt.
4. Boor een gat door ieder potloodstreepje met een 5 mm boortje.
5. Steek de plastic pluggen in de gaten. Tik de pluggen zonodig zachtjes aan met
een hamer totdat zij gelijk zijn aan het plafond of muur.
6. Breng de montagebeugel op één lijn met de plastic pluggen.
7. Schroef de montagebeugel in het plafond of muur met de twee meegeleverde
schroeven door de montagegleuven.
8. Voordat u het alarm aan de
beugel bevestigt, steekt u twee
(2) AA-batterijen (meegeleverd)
in het batterijvakje. Zorg dat de
polen van de batterij goed in het
vakje liggen. Zorg dat "+" tegen
"+" en "-" tegen "-" aan ligt.
Als de batterijen niet goed
geplaatst zijn, krijgt de melder
geen stroom.
LET OP: De melder piept soms heel even wanneer u de batterijen plaatst. Dit is
normaal. Het GROENE lichtje knippert ongeveer om de 60 seconden
wanneer de eenheid batterijvoeding ontvangt.
De batterijdeur zal niet sluiten als er geen batterijen geplaatst zijn. Dit is een
waarschuwing dat u de melder niet zonder batterijen kunt gebruiken.
9. Maak de rook- en koolmonoxidemelder vast
aan de montageplaat. Breng de geleiders op
de basis van de rookmelder op één lijn met
de geleiders op de montageplaat. Als de
geleiders uitgericht zijn, draait u de basis
met de klok mee (rechtsom) totdat deze
op zijn plaats klikt.
LET OP: Als de rook- en koolmonoxide-
melder vastgeklikt zit op de montageplaat,
dan kunt u de rook- en koolmonoxide-
melder draaien om de uitrichting te
wijzigen.
10. Test de rook- en koolmonoxidemelder.
Zie "Wekelijkse test" voor verdere details.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
G
ALS DE KOOLMONOXIDEMELDER ALARM SLAAT
Het afgaan van uw koolmonoxidemelder geeft de aanwezigheid of kool-
monoxide (CO) aan, waaraan u kunt komen te overlijden. In andere woorden,
wanneer uw koolmonoxidemelder alarm slaat, mag u deze niet negeren!
INDIEN DE KOOLMONOXIDEMELDER ALARM SLAAT:
1. Bel uw hulpdienst, brandweer of 1-1-2. Schrijf het nummer van uw plaatselijke
hulpdienst hier op:
______________________________________________________________________
2. Laat iedereen onmiddellijk naar de frisse lucht gaan—buiten of via een open
deur of raam. Tel alle aanwezigen en controleer dat er niemand mist. Ga niet
meer terug in het pand, of blijf weg van open deuren of ramen totdat de
hulpdiensten zijn gearriveerd, het pand gelucht is en uw koolmonoxidemelder
weer normaal werkt.
3. Indien er na het volgen van stappen 1-3 uw koolmonoxidemelder nogmaals
reageert binnen een periode van 24 uur, herhaal stappen 1-3 en bel een erkend
installateur om te onderzoeken of er koolmonoxideconcentraties op brandstof
werkende apparatuur en apparatuur aanwezig zijn en om de correcte werking
van deze apparatuur te controleren. Indien er problemen zijn aangetroffen
gedurende deze inspectie, dient de apparatuur onmiddellijk onderhouden te
worden. Indien er problemen zijn aangetroffen gedurende deze inspectie, dient
de apparatuur onmiddellijk onderhouden te worden. Maak een notitie van
de verbrandingsapparatuur die niet door de installateur is geïnspecteerd en
raadpleeg de aanwijzingen van de fabrikant, of neem direct contact op met de
fabrikant voor verdere informatie over koolmonoxideveiligheid met betrekking
tot deze apparatuur. Controleer dat gemotoriseerde voertuigen niet zijn
aangezet of nog worden aangezet in een aangebouwde garage of naast de
woning. Schrijf hier het nummer op van een erkend installateur:
______________________________________________________________________
LET OP: Een erkend installateur is gedefinieerd als "een persoon, firma,
onderneming of maatschappij die zich of persoonlijk of via een vertegenwoordiger
bezighoudt met en verantwoordelijk is voor de montage, het testen, het
onderhouden of vervangen van verwarming, ventilatie, airconditioning (HVAC)
apparatuur, verbrandingstoestellen en -apparatuur, en/of open gashaarden of
andere decoratieve verbrandingsapparatuur.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
“ALARM-GA NAAR DE FRISSE LUCHT”
Indien u het meldsignaal hoort van 4 pieptonen, pauze,
4 pieptonen, pauze, en het RODE koolmonoxide lichtje flikkert,
laat iedereen meteen naar een plek met frisse lucht gaan.
ALS DE ROOKMELDER ALARM SLAAT
REAGEREN OP EEN ALARM
Als de rookmelder afgaat en u niet bezig was met het apparaat te testen,
betekent dit dat er een potentieel gevaarlijke situatie bestaat die uw
onmiddellijke aandacht vereist. U mag een alarm NOOIT negeren. Het
negeren van een alarm kan letsel of de dood tot gevolg hebben.
Verwijder nooit de batterijen uit een op batterijen werkende rook- en
koolmonoxidemelder om een ongewenst alarm (veroorzaakt door
kookdampen e.d.) tot zwijgen te brengen. Als u de batterijen verwijdert,
schakelt u de rookmelder uit. Hij kan dan geen rook meer detecteren en
u bent niet langer beschermd. In plaats daarvan kunt u beter een raam
openzetten of met behulp van een handdoek de rook uit de buurt van het
apparaat wuiven of maak gebruik van de alarmpauzeknop (zie voor uitleg
hieronder). De rookmelder reset zichzelf vervolgens automatisch.
Als het alarmsignaal van de rookmelder klinkt, moet u ervoor zorgen dat
iedereen onmiddellijk de woning verlaat.
WAT DOET U IN GEVAL VAN BRAND
Raak niet in paniek; blijf kalm. Volg het ontsnappingsplan dat u met uw
familieleden heeft afgesproken.
Verlaat het huis zo snel mogelijk. Verspil geen tijd met aankleden of spullen
te verzamelen.
Leg de rug van uw hand tegen een deur voordat u hem open doet. Als een
deur koud aanvoelt, doet u hem langzaam open. Als een deur heet is, laat u
hem dicht. Houd alle deuren en ramen gesloten tenzij u ze moet gebruiken
om te ontsnappen.
Bedek uw neus en mond met een (bij voorkeur vochtige) doek. Adem kort en
oppervlakkig in.
Kom samen op de afgesproken plek buiten het huis en tel de hoofden zodat u
weet dat iedereen in veiligheid is.
Als u buiten bent, waarschuwt u zo snel mogelijk de brandweer. Geef eerst uw
adres en dan uw naam.
Ga nooit en om geen enkele reden terug naar binnen in een brandend gebouw.
Vraag uw lokale brandweer hoe u uw woning veiliger kunt maken.
Melders hebben diverse beperkingen. Zie "Algemene Beperkingen van
Rook- en koolmonoxidemelders" voor verdere details.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
KNOP OM HET GELUID MEE UIT TE ZETTEN
Verwijder de batterijen nooit om een ongewenste alarmmelding uit te zetten.
Door het verwijderen van batterijen wordt de melder uitgeschakeld en wordt
uw bescherming teniet gedaan.
De pauzeknop is bedoeld om het alarmsignaal tijdelijk uit te zetten terwijl u het
probleem identificeert en het probleem corrigeert. Gebruik de pauzeknop niet in
noodgevallen. Het corrigeert noch koolmonoxideproblemen noch blust het een
brand.
Om de pauzeknop te gebruiken, druk de test- en pauzeknop in en houd deze 3
seconden lang vast op de behuizing van de rook- en koolmonoxidemelder.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
REGELMATIG ONDERHOUD
Deze rookmelder is zodanig ontworpen dat hij een minimum aan onderhoud vereist,
maar er zijn toch een paar éénvoudige dingen die u doen moet om te garanderen
dat hij goed blijft functioneren.
Vervang de originele batterij uitsluitend door één van de hieronder vermelde
batterijen. Als u een ander type batterij gebruikt, kunnen wij de juiste werking
van de rookmelder niet garanderen. Gebruik nooit herlaadbare batterijen
omdat deze niet altijd een constante spanning leveren.
Test de rook- en koolmonoxidemelder tenminste één keer per week.
Maak de rook- en koolmonoxidemelder tenminste eens per maand schoon.
Stofzuig de buitenkant van de rook- en koolmonoxidemelder voorzichtig met
behulp de zachte borstel van uw stofzuiger. Test de rook- en koolmono-
xidemelder. Maak de rook- en koolmonoxidemelder nooit schoon met water,
schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen aangezien deze de rookmelder kunnen
beschadigen.
Als de rook- en koolmonoxidemelder zo vuil of stoffig is geworden dat schoon-
maken niet meer helpt om valse alarmen te verhinderen, moet u het apparaat
onmiddellijk vervangen.
Als een rook- en koolmonoxidemelder vaak een vals alarm geeft, moet u hem
op een andere plek ophangen. Zie "Waar deze melder niet kan worden aange-
bracht" voor verdere details.
Toegestane batterijen:
De rook- en CO-melder maakt gebruik van twee standaard AA-batterijen. U mag de
volgende typen batterijen gebruiken: Eveready en Energizer
#
E91. Deze batterijen
zijn verkrijgbaar in veel winkels in uw buurt.
De werkelijke levensduur van een batterij hangt af van de rook- en koolmono-
xidemelder en van de omgeving waarin de rookmelder zich bevindt. Alle bovenge-
noemde batterijen zijn geschikt om in deze rook- en koolmonoxidemelder te worden
gebruikt. Als het apparaat begint te "piepen" (de "batterij leeg" waarschuwing)
MOET u de batterij onmiddellijk verwisselen, ook als de levensduur van de batterij
volgens de gegevens van de fabrikant nog niet verstreken is. Behandel de batterij
als chemisch afval, lever ze separaat in bij uw winkelier of gemeente depot.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
DE ONDERDELEN VAN DE
ROOK- EN KOOLMONOXIDEMELDER
1Test-/Alarmpauzeknop
2Batterijvakje
3 Stroom/rookmelder LED
4CO-melder LED
De batterijen vervangen (zonder de melder
van het plafond of van de muur af te halen):
1. Open de batterijlade.
2. Verwijder beide batterijen.
3. Steek de nieuwe batterijen in de lade, waarbij
u ervoor zorgt dat ze goed in de lade klem
zitten. Zorg dat de polen van de batterij de
juiste kant op gekeerd zijn.
4. Sluit de batterijlade en test de melder door
op de test- en pauzeknop te drukken.
AB
SLAAPKAMER
SLAAPKAMER OVERLOOP
WOONKAMER KEUKEN
MOET VOLDOEN AAN
DE AANBEVELINGEN
VAN HET BSI
AANBEVOLEN VOOR 
EXTRA BESCHERMING
SLAAPKAMER
KEUKEN
ZITKAMER
EETKAMER
WONING MET MEERDERE VERDIEPINGEN WONING MET ÉÉN VERDIEPING, FLAT, 
KAMPEERAUTO
SYMBOLEN:
BESTAANDE WONINGEN
OP BATTERIJEN
SLAAPKAMER
OVER ROOKMELDERS
Rookmelders met een batterijvoeding (DC): Beschermen u ook als de elektriciteit
uitvalt, op voorwaarde dat de batterijen vol zijn en correct geïnstalleerd werden. De
apparaten zijn gemakkelijk te installeren en hoeven niet door een expert geplaatst te
worden. Ze kunnen ook onderling verbonden worden, afhankelijk van het model,
zodat alle rookmelders afgaan als één ervan rook detecteert.
Rookmelders die op het lichtnet (AC) werken: Kunnen onderling verbonden
worden zodat alle rookmelders afgaan als één ervan rook detecteert. Ze werken
niet als de netstroom uitvalt.
Op het lichtnet (AC) werkende rookmelders met noodbatterij (DC): blijven ook
werken als de netstroom uitvalt, op voorwaarde dat de batterijen vol zijn en correct
geïnstalleerd werden. Apparaten die op het lichtnet (AC) werken en op het lichtnet
werkende apparaten met een noodbatterij (AC/DC) moeten door een bevoegd
elektricien worden geïnstalleerd.
Al deze rookmelders zijn ontworpen om u in een vroeg stadium te waarschuwen
voor brand, op voorwaarde dat zij geplaatst, geïnstalleerd en onderhouden worden
volgens de voorschriften in de handleiding, en indien de rook hun sensorkamer
bereikt. Sommige plaatselijke bouwverordeningen vereisen de installatie van
specifieke rookmelders in nieuwbouw of in verschillende gedeeltes van het huis.
SPECIALE VOORSCHRIFTEN
Deze rookmelder is geen geschikte vervanging voor een volledig branddetec-
tiesysteem in gebouwen waarin veel mensen zijn gehuisvest—zoals flatge-
bouwen (gemeenschappelijke vluchtroutes), hotels, motels, jeugdherbergen,
logementen, ziekenhuizen, verpleeg- en revalidatiehuizen, dagopvangcentra,
kosthuizen, aanleunwoningen enz.—ook als deze oorspronkelijk
eengezinswoningen waren. Hij is geen geschikte vervanging voor een volledig
branddetectiesysteem in pakhuizen, fabrieksgebouwen, zakenpanden en niet-
residentiële gebouwen waarvoor speciale branddetectie- en alarmsystemen
vereist zijn. Afhankelijk van de plaatselijke bouwverordeningen mag deze
rookmelder in dit soort gebouwen als extra bescherming worden gebruikt.
De volgende informatie is van toepassing op de vier typen gebouwen die
hieronder worden vermeld:
De meeste bouwverordeningen bepalen dat men in nieuwbouw uitsluitend rook-
melders mag installeren die op het lichtnet (AC) werken, of op het lichtnet werkende
rookmelders met een geïntegreerde noodvoeding (AC/DC). In bestaande construc-
ties mogen op het lichtnet werkende (AC) rookmelders, op het lichtnet werkende
rookmelders met een geïntegreerde noodvoeding (AC/DC), of op batterijen werk-
ende (DC) rookmelders worden gebruikt, al naar gelang de lokale bouwverordenin-
gen. Gedetailleerde vereisten betreffende de brandbeveiliging van gebouwen die niet
als "woningen" worden gedefinieerd, vindt u in de British Standard BS 5839 Deel 6
en BS 5588 Deel 1, lokale bouwverordeningen. U kunt ook uw plaatselijke brandweer
raadplegen.
1. Eéngezinswoning:
Een woning voor één familie. Aanbevolen wordt om rookmelders te plaatsen in alle
ruimtes (gewoonlijk gangen en trappen) die deel uitmaken van vluchtroutes, op elke
verdieping, in alle kamers en ruimtes waar het brandgevaar groot is, en tussen de
slaapgedeeltes en de meest waarschijnlijke brandbronnen (woonkamer en keuken).
2. Meergezinswoning:
Flatgebouwen. Deze rookmelder is geschikt om gebruikt te worden in individuele
flats, op voorwaarde dat er al een primair branddetectiesysteem aanwezig is dat
voldoet aan de eisen voor de brandveiligheid in gemeenschappelijke ruimtes
zoals hallen, gangen, vestibules of portieken. Het gebruik van deze rookmelder in
gemeenschappelijke ruimtes voldoet in sommige gevallen niet aan de plaatselijke
veiligheidsverordeningen en -reglementen en is soms niet voldoende om alle
bewoners te waarschuwen.
3. Instituten:
Ziekenhuizen, dagopvangcentra, verpleeg- en revalidatiehuizen. Deze rookmelder
kan geschikt zijn om gebruikt te worden in de individuele slaap-/woonkamers van
de patiënten, op voorwaarde dat er al een primair branddetectiesysteem aanwezig
is dat voldoet aan de eisen voor de brandveiligheid in gemeenschappelijke ruimtes
zoals hallen, gangen, vestibules of portieken. Het gebruik van deze rookmelder in
gemeenschappelijke ruimtes voldoet in sommige gevallen niet aan de plaatselijke
veiligheidsverordeningen en -reglementen en is soms niet voldoende om alle
bewoners te waarschuwen.
4. Hotels en motels:
En ook jeugdherbergen, logementen, kosthuizen en aanleunwoningen. Deze rook-
melder kan geschikt zijn om gebruikt te worden in de individuele slaap-/woonkamers
van de bewoners, op voorwaarde dat er al een primair branddetectiesysteem
aanwezig is dat voldoet aan de eisen voor de brandveiligheid in gemeenschappelijke
ruimtes zoals hallen, gangen, vestibules of portieken. Het gebruik van deze rook-
melder in gemeenschappelijke ruimtes voldoet in sommige gevallen niet aan de
plaatselijke veiligheidsverordeningen en -reglementen en is soms niet voldoende
om alle bewoners te waarschuwen.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
Aanbevolen Plaatsen
Indien de melder op de muur wordt aangebracht, dient de bovenkant van de
rook- en koolmonoxidemelder worden geplaatst tussen 10 cm en 30 cm vanaf
het punt waar de muur overgaat in het plafond.
Indien de melder op het plafond wordt aangebracht, plaats de melder waar
mogelijk precies in het midden.
In ieder geval dient de afstand tenminste 10 cm te bedragen vanaf het punt
waar de muur overgaat in het plafond. Zie "Vermijd ‘dode lucht’ plekken" voor
verdere informatie.
LET OP: Voor iedere plaats geldt dat er geen deuren of andere belemmeringen zijn,
waardoor koolmonoxide of rook de melder kan bereiken.
WAAR DEZE MELDER NIET KAN WORDEN AANGEBRACHT
Plaat deze rook- en koolmonoxidemelder NIET:
In garages, keukens, op plaatsen waar de cv-ketel zich bevindt, kruipruimtes
en niet afgewerkte zolders. Vermijd extreem stoffige, vuile of vette gebieden.
Waar roetdeeltjes worden geproduceerd. Er worden roetdeeltjes gevormd
wanneer er iets brandt. Te vermijden gebieden zijn slecht geventileerde keukens,
garages, en plaatsen waar de cv-ketel zich bevindt. Waar mogelijk houd de
eenheden op tenminste 6 meter afstand van de bronnen van roetdeeltjes (gas-
fornuizen, cv-ketels, waterkokers, kachels om grote ruimtes mee te verwarmen).
In gebieden waar er geen afstand van 6 meter bewaard kan worden– in modu-
laire, verplaatsbare of kleine woningen bijvoorbeeld –wordt aangeraden om de
rook- en koolmonoxidemelder zo ver mogelijk van deze op brandstof werkende
bronnen te plaatsen. De aanbevelingen voor het plaatsen van melders zijn
bedoeld om deze op redelijke afstand van op brandstof werkende bronnen te
plaatsen om zo "ongewenste" alarmmeldingen tot een minimum te beperken.
Ongewenste meldingen kunnen worden voorkomen indien er een rook- en
koolmonoxidemelder is geplaatst direct naast een op brandstof werkende bron.
Ventileer deze gebieden zoveel mogelijk.
Binnen 1.5 meter van kookapparaten. In luchtstromen dichtbij keukens.
Luchtstromen kunnen rook veroorzaakt door koken in de rooksensor zuigen
en ongewenste meldingen teweegbrengen.
In extreem vochtige gebieden. Deze melder dient tenminste 3 meter verwijderd
te zijn van een douche, sauna, luchtbevochtiger, verstuiver, vaatwasser, was- en
drooginrichting, bijkeuken of andere bron van hoge vochtigheid.
In direct zonlicht.
In bewegende luchtstromen, zoals dichtbij plafondventilatoren of open ramen.
Luchtstromen kunnen voorkomen dat koolmonoxide of rook de sensoren
bereiken.
In gebieden waar temperaturen kouder is dan 4° C of heter dan 38° C. Deze
gebieden bestaan uit kruipruimtes zonder airconditioning, niet afgewerkte
zolders, niet geïsoleerde of slecht geïsoleerde plafonds, veranda’s en garages.
In door insecten geteisterde gebieden kunnen de openingen van de sensoren-
kamer verstoppen.
Minder dan 30 cm verwijderd van fluorescerend licht. Elektrische interferentie
kan storing veroorzaken met de sensor.
In "dode lucht" plekken. Zie "Vermijd ‘dode lucht’ plekken".
VERMIJD "DODE LUCHT" PLEKKEN
"Dode lucht" kan verhinderen dat de rook de rookmelder bereikt. Om dit te
vermijden moet u de volgende raadgevingen opvolgen voor het installeren van
uw rookmelders.
Aan het plafond, installeer de rookmelder zo dicht mogelijk in het midden van
het plafond. Als dit niet mogelijk is, installeert u de rookmelder minstens 300 mm
van een muur of een hoek.
Aan de muur (indien toegestaan volgens de bouwverordeningen), de bovenste
rand van de rookmelder moet zich tussen de 102 en 300 mm van de grens tussen
de muur en het plafond bevinden, onder de typische "dode lucht" ruimte.
Aan een puntig of hellend plafond, installeer de eerste rookmelder op een
afstand van minder dan 0,9 meter van het hoogste punt van het plafond, horizontaal
gemeten. Afhankelijk van de lengte, de hoek, enz. van de helling van het plafond,
kunnen meerdere rookmelders vereist zijn. Nadere informatie over de speciale eisen
voor hellende of puntige plafonds vindt u in BS 5839 Deel 6, 5588 Deel 1 en in de
plaatselijke bouwverordeningen.
INSTALLATIE
WAAR DEZE MELDER AAN TE BRENGEN
De installatie van rookmelders in ééngezinswoningen
Volgens het "British Standards Institution" (BSI) verdient het aanbeveling om één
rookmelder op elke verdieping te plaatsen en één in elke woonruimte, in elke slaap-
kamer of elk slaapgedeelte. Zie "Aanbevelingen van het British Standards Institution
(BSI)" voor verdere bijzonderheden. Voor een nog grotere bescherming raden wij u
aan om ook rookmelders te installeren in gangen, opslagruimtes, afgewerkte zold-
erverdiepingen en dakruimtes. De rookmelders moeten zo geplaatst worden dat de
rook de sensorkamer kan bereiken, ongehinderd door deuren of andere obstructies.
Zorg er ook voor dat het alarmsignaal voor alle bewoners goed hoorbaar is.
Installeer de combinatie rook- en koolmonoxidemelders bij voorkeur:
Waar de temperatuur gewoonlijk tussen de 4°C en 38° C blijft.
Op elke verdieping van uw woning, met inbegrip van afgewerkte zolders.
In elke slaapkamer, vooral als de bewoners met de deur dicht slapen.
In de gang naast elk slaapgedeelte. Als uw woning meerdere slaapgedeeltes
heeft, moet u in elk gedeelte een rookmelder installeren. Als een gang meer
dan 7,5 meter lang is, installeert u een rookmelder aan het begin en aan het
einde van de gang.
Bovenaan de trap van de eerste naar de tweede verdieping en van de trappen
naar de volgende verdiepingen, en onderaan de trap van de begane grond.
De speciale vereisten voor het installeren van rook- en koolmonoxidemelders
kunnen variëren van regio tot regio. De plaatselijke brandweer en de bouwinspectie
kunnen u zeggen wat de vereisten voor uw regio zijn.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
Slaapkamer
Keuken Zitkamer
Garage
Slaapkamer
Rook- en koolmonoxidemelders
Goede plaatsen voor koolmonoxidemelders
Indien u het meldsignaal hoort dat bestaat uit 3 pieptonen, pauze,
3 pieptonen, pauze en het RODE ROOK-lichtje flikkert,
is er rook aangetroffen. Evacueer iedereen uit het gebouw.
Type Melding
Koolmonoxide (CO)
Wat u ziet en hoort
CO-LED: Knippert ROOD
Het meldsignaal: 4 pieptonen, pauze,
4 pieptonen, pauze
Stroom/rookmelder LED: Uit
Rook Stroom/rookmelder LED: Knippert
ROOD
Het meldsignaal: 3 pieptonen, pauze,
3 pieptonen, pauze
CO-LED: Uit
ALS UW ROOK- EN KOOLMONOXIDEMELDER
ALARM SLAAT
WAT ER EERST GEDAAN MOET WORDEN–HET
IDENTIFICEREN VAN HET TYPE MELDING
OM HET BATTERIJVAK TE VERGRENDELEN
Vergrendel het batterijvak pas nadat u de
batterij heeft geactiveerd en de rook- en
koolmonoxidemelder heeft getest.
1. Installeer de batterijen voordat u de melder
aan de beugel bevestigt. Plaats twee (2) AA-
batterijen (meegeleverd) in het batterijvakje.
Zorg dat de polen van de batterij goed in het
vakje liggen. Zorg dat "+" tegen "+" en "-"
tegen "-" aan ligt. Als de batterijen niet goed
geplaatst zijn, krijgt de melder geen stroom.
2. Druk op de testknop en houd hem ingedrukt
tot het (luide) alarmsignaal klinkt.
Als het alarm niet afgaat terwijl u de
rookmelder test, mag u het batterijvak NIET
VERGRENDELEN! Installeer nieuwe batterijen
en voer de test nogmaals uit. Als het alarm
nog steeds niet afgaat, moet u de melder
onmiddellijk vervangen.
3. Verwijder een sluitpen van de montageplaat
met behulp van een kabeltang of een mes.
4. Duw de sluitpen door het gat bij het slot van
de klep van het batterijvak aan de achterkant
van de rook- en koolmonoxidemelder.
OPTIONELE VERGRENDELINGSFUNCTIES
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
OM DE MONTAGEPLAAT TE VERGRENDELEN
1. Verwijder een sluitpen van de
montageplaat met behulp van
een kabeltang of een werkmes.
2. Steek de sluitpen door het gat op
de achterkant van de rook- en
koolmonoxidemelder (zie tekening).
3. Als u de rook- en koolmonoxidemelder
aan de montageplaat bevestigt, zal de
kop van de sluitpen in een inkeping op
de beugel vallen.
De optionele vergrendelingsfuncties zijn speciaal ontworpen om ervoor te zorgen dat de batterijen en de melder niet zomaar verwijderd kunnen worden.
De vergrendelingsfuncties hoeven niet gebruikt te worden in ééngezinswoningen waar de batterijen en rookmelders geen gevaar lopen om door
onbevoegden te worden verwijderd.
Deze rook- en CO-melder heeft twee aparte vergrendelingsfuncties: één om het batterijvakje te vergrendelen en de ander om
de rook- en CO-melder op de monteerbeugel te vergrendelen. De twee functies kunnen ieder apart of beide tegelijk gebruikt
worden.
Vereist gereedschap: • Kabeltang of een mes • Standaard platkopschroevendraaier.
Beide vergrendelingsfuncties maken gebruik van sluitpennen die aan de montageplaat bevestigd zijn. Afhankelijk van de ver-
grendelingsfunctie die u gebruikt, verwijdert u één of beide pennen uit de monteerbeugel met de nijptang of met een zakmes.
Om een sluitpen permanent te verwijderen, steekt u een platkopschroevendraaier tussen de sluitpen en de sluiting en
duwt u de pen uit de sluiting.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
OM HET BATTERIJVAK TE ONTGRENDELEN
1. Haal de rook- en koolmonoxidemelder van
de montageplaat. Als de rookmelder aan de
beugel vergrendeld zit, moet u de sectie
"Om de montageplaat te ontgrendelen"
raadplegen.
2. Steek een platkopschroevendraaier onder de
kop van de sluitpen en duw deze voorzichtig
uit het slot van het batterijvak (als u het
batterijvak later opnieuw wilt vergrendelen,
moet u de sluitpen bewaren).
3. Om het batterijvak opnieuw te vergrendelen,
sluit u de klep en steekt u de sluitpen
opnieuw in het slot.
4. Maak de rook- en koolmonoxidemelder
weer vast aan de montageplaat.
Wanneer u de batterijen vervangt, moet u
altijd de rook- en CO-melder testen, voordat
u het batterijvakje weer vergrendelt.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
OM DE MONTAGEPLAAT TE ONTGRENDELEN
1. Steek een platkopschroevendraaier in het
rechthoekige gat van de monteerbeugel het
dichtst bij de vergrendelpen.
2. Wrik de rook- en CO-melder van de beugel
af door de schroevendraaier naar boven te
duwen en de rook- en CO-melder tegelijkertijd
naar links te draaien.
WEKELIJKSE TEST
Wanneer het alarmsignaal van de
Rookmelder wordt uitgezet Wanneer het alarmsignaal van de
CO-melder wordt uitgezet
De rookmelder blijft 15 minuten lang
stil en werkt vervolgens weer normaal.
Indien de rook niet is weggetrokken–of
de rookontwikkeling doorgaat–hervat
het apparaat de alarmmelding.
De koolmonoxidemelder blijft 4 minuten
lang stil. Indien koolmonoxideniveaus
aantonen dat er werkelijk sprake is
van een gevaarlijke situatie gaat het
meldsignaal nogmaals af na 4 minuten.
BRK Brands Europe Ltd
Unit 6, Carter Court, Davy Way
Waterwells Business Park
Quedgeley, Gloucester GL2 2DE
United Kingdom
Website: www.firstalert.eu
Email: info@firstalert.co.uk
• Probeer NOOIT deze rookmelder te testen met enige vorm van een
open vuur. U zou het apparaat per ongeluk kunnen beschadigen of
een brand kunnen veroorzaken. De werking van het apparaat kan
afdoende getest worden met behulp van de ingebouwde testknop.
• STA NIET dichtbij de melder wanneer het meldsignaal afgaat.
Blootstelling op korte afstand van het signaal kan slecht voor
uw gehoor zijn. Loop even weg gedurende het testen zodra het
meldsignaal afgaat.
Het is belangrijk dat dit apparaat elke week wordt getest om de juiste
werking te controleren. Test ook na afwezigheid van een langere periode
(bijvoorbeeld door vakantie).
Houd de test- en stilteknop 3-5 seconden lang ingedrukt, totdat het
alarmsignaal afgaat.
• Het alarmsignaal bestaat uit 3 piepen, een pauze en dan nog eens
3 piepen. Het stroom/rook-LED begint rood te knipperen en het
CO-LED is uit.
• Vervolgens hoort nogmaals het alarmsignaal: 4 piepen, een pauze en
dan nog eens 4 piepen. Het stroom/rook-LED is uit en het CO-LED
begint rood te knipperen.
Als de melder geen alarmsignaal ten gehore geeft, controleer dan of de
batterijen goed geplaatst zijn. Test de melder opnieuw. Indien de eenheid
nog niet afgaat, dient deze onmiddellijk vervangen te worden.
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
WAARSCHUWING !
PAS OP !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
Het symbool met de doorgekruiste container wil zeggen dat
het product aan het einde van zijn levenscyclus moet worden
aangeboden voor gescheiden afvalverzameling (Europese
Richtlijn). Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor de
batterijen en alle andere accesoires die van dit symbool zijn
voorzien. Gooi dit product, de batterijen noch de accessoires
niet bij het gewone huisvuil. Uw gemeente kan u inlichten
waar u inzamelingspunten kunt vinden.
Hittemelder


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for First Alert SC05CE at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of First Alert SC05CE in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1.12 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of First Alert SC05CE

First Alert SC05CE User Manual - English - 1 pages

First Alert SC05CE User Manual - Dutch, French - 2 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info