Reiniging
Seite | 74
1 Haal de condensbak uit de
luchtontvochtiger zoals
2 beschreven in de paragraaf
„Condensbak legen“.
3 Plaats de afvoerslang op de
slangaansluiting.
4 Leid het vrije uiteinde van de
afvoerslang naar een
geschikte afvoer of een
geschikte bak, waarin de
condensatie moet
wegstromen.
5 Schuif de condensbak weer
volledig terug in de
luchtontvochtiger.
37 Reiniging
• Gebruik geen agressieve
schoonmaakmiddelen, borstels
met metalen- of nylonharen, en
scherpe of metaalachtige
• schoonmaakvoorwerpen, zoals
messen, harde spatels en
dergelijke.
• Deze kunnen de oppervlakken
beschadigen.
o Reinig de ventilatieopeningen
en de filter regelmatig
• (ongeveer elke 2 weken), om te
voorkomen dat de prestaties van
de luchtontvochtiger minder
worden.
37.1 Luchtontvochtiger
reinigen
• Veeg de luchtontvochtiger aan de
buitenkant met een droge of licht
bevochtigde, goed uitgewrongen
doek af.
o Wrijf vervolgens de luchtont-
vochtiger volledig droog.
• Ventilatieopeningen reinigen
• Verwijder met behulp van een
geschikte zachte borstel stof en
vuil uit de ventilatieopeningen.
Bij onjuiste behandeling kunt u de
luchtontvochtiger beschadigen.
• Schakel de luchtontvochtiger uit
en haalt de stekker uit het
stopcontact voordat u een
afvoerslang op de
luchtontvochtiger aanbrengt of
deze verwijdert.
• U kunt de bijgevoegde afvoerslang
29 op de slangaansluiting 27 van
de luchtontvochtiger aansluiten en
zo het condenswater uit de
ontvochtigde lucht aftappen (zie
afb. C). Op deze manier hoeft u de
condensbak 3 niet meer te legen
en kunt u de luchtontvochtiger
voortdurend gebruiken.