17
wenden. U verkrijgt de beste resultaten met een goede arachideolie (aardnotenolie).
Wanneer u vaste vetblokken gebruikt, snij die dan in kleine stukjes zodat de friteuse de eerste minuten niet
‘droog’ opwarmt. De temperatuur moet altijd worden ingesteld op 150°C tot het vet volledig gesmolten is.
Pas daarna kan de gewenste temperatuur geselecteerd worden.
BEGIN FRITUREN
Doe de stekker in het stopcontact en zet het schuifknopje op de gewenste temperatuur. Dompel, zodra het
controlelampje van de thermostaat uitgaat, de (eerder gevulde) mand in de olie en sluit het deksel. Laad de
mand niet te veel (max. 1,2 kg verse aardappelen). Het is volkomen normaal dat meteen hierna uit het filter
een grote hoeveelheid damp vrijkomt en dat er condensdruppels in de buurt van de handgreep van de mand
ontstaan.
EINDE FRITUREN
Als de baktijd verstreken is, tilt u de frituurmand op en controleert u of de etenswaren naar wens gebakken
zijn. Bij modellen voorzien van een kijkvenstertje, kan deze controle hierdoor gebeuren zonder het deksel te
openen. Als u van mening bent dat het frituren voltooid is, zet u het apparaat uit door het schuifje van de
thermostaat “F” in de stand “0” te zetten, tot u de “klik” van de interne schakelaar hoort.
Laat de etenswaren uitlekken door de mand een tijdje in de hoge stand in de friteuse te laten staan.
FRITUREN VAN NIET-DIEPGEVROREN ETENSWAREN
• De te frituren etenswaren mogen pas in de olie ondergedompeld worden wanneer deze de juiste tem-
peratuur bereikt heeft, dus nadat het controlelampje gedoofd is.
• Doe de mand niet te vol. Anders daalt namelijk de temperatuur van de olie te snel en zijn de etenswa-
ren te vet en onregelmatig gefrituurd.
• Controleer of de etenswaren in dunne en even grote stukken gesneden zijn. Dikke stukken zijn van bin-
nen moeilijk gaar te krijgen.
• Wanneer gepaneerd voedsel of voedsel dat door beslag is gehaald wordt bereid, adviseren wij om eerst
de lege frituurmand onder te dompelen en, zodra de ingestelde temperatuur is bereikt (controlelampje
gaat uit), het voedsel rechtstreeks in de hete olie onder te dompelen , om te voorkomen dat het paneer-
middel/beslag aan de frituurmand blijft plakken.
• Maak de etenswaren perfect droog alvorens ze onder te dompelen in de olie of het vet, aangezien
vochtige etenswaren na het bakken zacht en week blijken (vooral frietjes). Men adviseert om etenswaren
met een hoog vochtgehalte (vis, vlees, groenten) te paneren of met meel te bestuiven. Verwijder zorgvul-
dig overtollig meel of paneermeel alvorens de etenswaren in de olie te laten zakken.
De aangegeven baktijden en –temperaturen zijn bij benadering aangegeven en moeten worden aangepast
aan de hoeveelheid en persoonlijke smaak.
FRIETJES
halve portie 500 190 7-9
hele portie 1000 190 16-18
VIS Pijlinktvissen 500 160 12-13
Kreeftenstaarten 500 160 9-10
Sardienen 500 160 12-13
Tong 400 160 7-8
VLEES Runderschnitzels 300 170 8-9
Kippenbouten 300 180 7-8
Gehaktballen 500 170 7-8
GROENTEN Artisjokken 250 150 11-12
Bloemkool 300 160 7-8
Paddestoelen 300 150 6-7
Aubergines 100 170 7-8
Courgettes 300 160 11-12
Etenswaren
Max. hoeveelheid gr.
Temperatuur °C
Tijd minuten