227
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
(fig. 23-24)
Als u de achterklep opent, dan gaat
automatisch de verlichting (A-fig. 23)
aan de rechterzijde van de bagageruimte
en de verlichting (B-fig. 24) op de rand
van de achterklep branden.
De verlichting (B-fig. 24) verlicht niet
alleen de bagageruimte maar ook de
laadruimte.
De verlichting dooft als u de achterklep
sluit of na enkele minuten (ongeveer 20)
als u de achterklep open laat. Als u in dit
laatste geval de verlichting weer wilt in-
schakelen, moet u de achterklep sluiten
en vervolgens weer openen.
OPBERGVAKKEN
(fig. 25-26)
Aan de zijkant van de bagageruimte be-
vinden zich twee opbergvakken met een
deksel.
Druk voor het openen van het deksel op
knop (A) en kantel het deksel omlaag.
STEKKERDOOS
(fig. 27)
Deze bevindt zich links in de bagage-
ruimte.
Voor het gebruik van de 12V-stekkerdoos
moet u dekseltje (A) openen.De stekker-
doos wordt gevoed als de contactsleutel in
stand MAR wordt gedraaid en kan
alleen gebruikt worden voor accessoires met
een maximum stroomverbruik van 15A (ver-
mogen 180W).
P4U00272
fig. 26
P4U00274
fig. 27
P4U00270
fig. 24
P4U00273
fig. 25
Sluit geen accessoires
op de stekkerdoos aan
met een stroomverbruik
dat hoger is dan de aangegeven
maximale waarde. Een langdurig
stroomverbruik kan de accu uit-
putten, waardoor de motor niet
meer gestart kan worden.