194
MOTOROLIE BIJVULLEN
Fig. 9: uitvoeringen T.SPARK
Fig. 10: uitvoering 2.5 V6 24V
Fig. 11: uitvoering 1.9 JTD
Fig. 12: uitvoering 2.4 JTD
Als het olieniveau dicht bij het MIN-
merkteken staat, moet, na het verwijde-
ren van dop (B), via de olievulopening
motorolie tot aan het MAX-merkteken
worden bijgevuld.
P4U00212
fig. 10 - uitvoering 2.5 V6 24V
fig. 9 - uitvoering T.SPARK
P4U00211
Onthoud dat bij een
warme motor de elek-
troventilateur, afhanke-
lijk van de temperatuur van de
motorkoelvloeistof, automatisch
kan inschakelen en verwondingen
kan veroorzaken.
Vul nooit motorolie bij
met andere specificaties
(klasse, viscositeit) dan
de olie waarmee de motor is ge-
vuld.
P4U00427
fig. 12 - uitvoering 2.4 JTD
P4U00428
fig. 11 - uitvoering 1.9 JTD
Tijdens het bijvullen van de motorolie
mag nooit het MAX-niveau worden over-
schrijden.
BELANGRIJK Na het bijvullen van de
olie de motor enkele seconden laten
draaien, vervolgens de motor uitzetten en
na enige minuten (ongeveer 5) het olie-
peil controleren.
Wees voorzichtig als u
werkzaamheden in de
motorruimte moet ver-
richten en de motor nog warm is,
zodat brandwonden worden
voorkomen.