175
fig. 58
P4U00199
HET SLEPEN
VAN DE AUTO
Bij de auto is een sleepoog geleverd.
Het sleepoog bevindt zich in de gereed-
schaphouder onder de bekleding van de
bagageruimte.
Sleepoog bevestigen:
– Verwijder het sleepoog uit de hou-
der.
–Verwijder het geklemde dekseltje
(A) op de voor- (fig. 58) of achter-
bumper (fig. 59) op de volgende wij-
ze:
DEKSELTJE OP DE VOORBUMPER: druk
met een vinger op de onderzijde van het
dekseltje totdat het dekseltje loshaakt uit
de borgveer.
fig. 59
P4U00200
DEKSELTJE OP DE ACHTERBUMPER: Neem
de schroevendraaier uit de gereedschaphou-
der onder de bekleding in de bagageruimte.
Gebruik de platte punt van de schroeven-
draaier en bescherm de punt met een
zachte doek; steek vervolgens de schroe-
vendraaier in de bovenzijde van het dek-
seltje en druk licht op de schroevendraaier
zodat de borgveer loshaakt uit de zitting.
– Draai het sleepoog geheel op de
schroefdraadpen.
Draai voor het slepen
de sleutel in stand MAR
en vervolgens in STOP
zonder de contactsleutel uit het
slot te verwijderen. Als de con-
tactsleutel uit het contactslot
wordt genomen, schakelt automa-
tisch het stuurslot in waardoor het
onmogelijk wordt de auto te be-
sturen.
Houd er rekening mee dat de
rem- en stuurbekrachtiging niet
werken zolang de motor niet is
aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening
van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen
elastische kabels en rijd zo gelijk-
matig mogelijk. Controleer tijdens
het slepen of de sleepkabel geen
carrosseriedelen kan beschadigen.
Houdt u bij het slepen van een
auto aan de wettelijke voorschrif-
ten. Dit geldt zowel voor het sle-
pen zelf als voor het gedrag naar
andere weggebruikers.
Controleer of het sleep-
oog volledig op de pen
is gedraaid (circa 8 vol-
ledige slagen); maak de schroef-
draad voor het sleepoog voor de
montage zorgvuldig schoon.