EEN LEGE ACCU
STARTEN MET EEN HULPACCU
Als de accu leeg is (bij een accu met op-
tische zuurweger: donkere kleur zonder
groen in het midden), kan de motor wor-
den gestart met een hulpaccu, die ten
minste dezelfde capaciteit moet hebben
als de lege accu (zie hoofdstuk “Techni-
sche gegevens”).
Ga als volgt te werk (fig. 57):
– Verbind de pluspolen(
+
teken nabij
de pool) van de beide accu’s met een
startkabel.
– Sluit een tweede startkabel aan op
de minpool (–) van de hulpaccu en op
de massakabel op de motor of de versnel-
lingsbak van de auto die gestart moet
worden.
BELANGRIJK Verbind de minpolen
van de twee accu’s niet rechtstreeks:
eventuele vonken kunnen het explosieve
gas ontsteken dat uit de accu kan ont-
snappen.
– Start de motor.
– Neem, als de motor draait, de kabels
in de omgekeerde volgorde los.
– Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, blijf dan niet proberen maar
wendt u tot een Alfa Romeo-dealer.
Laat deze procedure
door gespecialiseerd
personeel uitvoeren.
Onjuiste handelingen kunnen
leiden tot vonken en ernstige be-
schadiging van de accu. De vloei-
stof in de accu is giftig en corro-
sief. Vermijd het contact met de
huid of de ogen.
Kom ook niet dicht bij een accu
met open vuur of een brandende
sigaret en veroorzaak geen von-
ken.
P4U00198
fig. 57
Houd de instructies
aan die de fabrikant
van de kabels heeft ge-
leverd zodat schade aan de elek-
trische installatie wordt voorko-
men. De diameter van de kabels
moet voldoende zijn. Bovendien
moeten de kabels een zodanige
lengte hebben dat de twee au-
to’s elkaar niet kunnen raken.
Gebruik voor een
noodstart beslist nooit
een accusnellader. De
elektronische systemen kunnen
beschadigen; in het bijzonder de
regeleenheden van de ontsteking
en de inspuiting.
Bij het loskoppelen en
aansluiten van de accu-
klemmen kunnen er
spanningen worden opgewekt die
problemen in de elektronische sys-
temen veroorzaken. Deze werk-
zaamheden moeten daarom door
ter zake kundige personen worden
uitgevoerd.
174