144
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is af-
hankelijk van de voorschriften van het
land waar wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op
de voorwielen gemonteerd worden (aan-
gedreven wielen).
Vanwege het sportieve karakter van de
auto, kunnen er alleen speciale sneeuw-
kettingen worden gemonteerd.
Alvorens u overgaat tot de aanschaf of
het gebruik van sneeuwkettingen, raden
wij u aan voor informatie de Alfa Romeo-
dealer te raadplegen.
Controleer na enkele meters rijden of de
kettingen nog goed gespannen zijn.
ECONOMISCH EN
MILIEUBEWUST RIJDEN
De gebruiksomstandigheden en de rijstijl
hebben direct invloed op het brandstofver-
bruik en het milieu.
Zonder van een dynamische rijstijl af te
zien, kunt u door het opvolgen van de
enkele eenvoudige aanwijzingen voor-
komen dat onnodig schade aan het
milieu wordt toegebracht. Vaak wordt
ook nog het brandstofverbruik beperkt.
Hierna volgen enkele nuttige tips,
waardoor de kosten van de auto zo laag
mogelijk blijven en de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen zoveel moge-
lijk beperkt wordt.
Op bandenmaat
205/55 R16” kan geen
sneeuwketting worden
gemonteerd, omdat de ketting de
veerpoot van de voorwielophan-
ging kan raken.
Op het noodreservewiel
mag geen sneeuwketting
worden gemonteerd. Als
u een lekke voorband hebt (aange-
dreven wiel) en er moet gebruik
worden gemaakt van sneeuwket-
tingen, dan kunt u het noodreser-
vewiel op de achteras plaatsen en
het achterwiel op de vooras (pas
zo snel mogelijk de bandenspan-
ning aan).
Zo hebt u op de vooras twee
normale wielen waarop u
sneeuwkettingen kunt monteren.
Beperk de snelheid als
u met sneeuwkettingen
rijdt, vermijd kuilen,
stoepranden en andere obstakels
en rijd, om de banden, wielophan-
ging en stuurinrichting niet te be-
schadigen, geen lange stukken op
sneeuwvrije wegen.