142
len met lichtmetalen velgen uitsluitend
originele Alfa Romeo-balanceergewichten.
– De bandenspanning, inclusief die van
het reservewiel moet overeenkomen met
de voorgeschreven bandenspanning (zie
hoofdstuk “Technische gegevens”).
– Laat de banden regelmatig op be-
schadigingen controleren.
– Gebruikte banden van onbekende
herkomst of verouderde banden( ouder
dan 6 jaar) mogen alleen in noodgeval-
len en met de nodige voorzichtigheid
worden gebruikt.
– In tubeless banden mogen geen bin-
nenbanden gebruikt worden.
– Laat de auto nooit langdurig geparkeerd
staan op de rand van een stoep of op een
andere oneffenheid in het wegdek.
– Laat de profieldiepte van het loopvlak
regelmatig controleren, en houdt u hierbij
aan de wettelijk voorgeschreven mini-
mum waarden.
BELANGRIJK Enkele banden zijn uit-
gerust met slijtage-indicatoren; zodra deze
indicatoren op het loopvlak zichtbaar zijn,
moeten de banden worden vervangen.
Controleer regelmatig of de banden
geen ongelijkmatige slijtage van het loop-
vlak vertonen; is dit het geval, raadpleeg
dan een Alfa Romeo-dealer om de oor-
zaak te laten wegnemen.
Naarmate het loopvlak van de banden
slijt, neemt op natte wegen het gevaar
voor aquaplaning toe.
Om gelijkmatige slijtage van de banden
op de vooras en achteras te verkrijgen, is
het raadzaam om de banden om de
10.000 - 15.000 km van as te verwis-
selen. Hierbij moeten de banden aan de-
zelfde zijde van de auto gemonteerd blij-
ven, zodat een omkering van de draai-
richting wordt voorkomen (fig. 1).
– Rijd met nieuwe banden de eerste
100 km niet met hoge snelheden.
– Beperk de snelheid in bochten, ook
als de prestaties van de auto hogere snel-
heden toestaan.
– Vermijd sterk accelereren en onnodig
remmen.
– Rijd niet langdurig met hoge snelhe-
den, vooral niet op een slecht wegdek.
– Zorg dat de wielen goed gebalan-
ceerd zijn en de wieluitlijning goed is.
– Voorkom dat de banden in contact ko-
men met harde voorwerpen, zoals stoepran-
den (bijv. tijdens het parkeren van de auto).
– Voer geen werkzaamheden uit aan
het ventiel.
– Plaats geen enkel soort gereedschap
tussen velg en band.
– Vervang velgen die vervormingen ver-
tonen.
– Vervang bij abnormaal spanningsver-
lies het wiel en laat de band controleren.
– Gebruik voor het balanceren speciale
balanceergewichten voor tubeless-ban-
den.Gebruik voor het balanceren van wie-
P4U00138
fig. 1
Verwissel de banden
niet kruiselings.