79
VERWARMING
EN VENTILATIE
BESCHRIJVING
BEDIENINGSKNOPPEN (
fig. 82
)
A - Draaiknop regeling luchttempera-
tuur; B - Draaiknop regeling aanjager-
snelheid; C - Draaiknop regeling luchtver-
deling; D -Drukknop in-/uitschakelen
luchtrecirculatie; E -Drukknop in-/uit-
schakelen achterruitverwarming.
Draaiknop voor regeling lucht-
temperatuur
Draai knop (A) rechts- of linksom om
de temperatuur van de lucht naar het in-
terieur resp. te verhogen of verlagen
Draaiknop voor regeling
aanjagersnelheid
Met knop (B) kan een van de aanjager-
snelheden worden gekozen, waardoor de
hoeveelheid lucht naar het interieur kan
worden ingesteld:
– In stand 0 wordt er uitsluitend lucht
door de rijwind (bij een rijdende auto) in
het interieur gevoerd.
– In de standen 1 t/m 4 worden achter-
eenvolgens de vier snelheden van de aan-
jager ingeschakeld; als u met lage snelheid
rijdt, is het raadzaam de aanjager in te
schakelen voor een betere ventilatie.
Draaiknop voor luchtverdeling
Door de draaiknop (C) met het merk-
teken tegenover de symbolen te zetten,
kunnen de volgende standen worden ge-
kozen:
¥
Luchtstroom naar de bovenste lucht-
roosters in het midden en aan de zijkant,
naar de luchtroosters in het midden, en
uit de uitstroomopeningen voor aan de
zijkant en achter. De luchtstroom kan
worden geregeld met de bedieningsorga-
nen van de luchtroosters.
Luchtstroom verdeeld over de hiervoor
beschreven luchtroosters en de uitstroom-
openingen in de beenruimten.
w
Luchtstroom naar de beenruimten.
≤
Luchtstroom verdeeld over voor-
ruit/zijruiten voor en de beenruimten.
-
Luchtstroom naar de voorruit en
zijruiten voor ontwasemen/ontdooien.
Drukknop voor in-/
uitschakelen recirculatiefunctie
Als u knop (D) indrukt, wordt de
recirculatie ingeschakeld en gaat het be-
treffende lampje branden.
Bij ingeschakelde recirculatie komt er
geen buitenlucht meer in het interieur en
wordt voor bijvoorbeeld een snelle ver-
warming, de lucht in het interieur
direct behandeld mits de aanjager in een
stand tussen 1 en 4 staat.
Druk de knop nogmaals in om de recir-
culatiefunctie uit te schakelen.
P4U00101
fig. 82