73
Te lage laadstroom
naar accu
Het lampje moet doven als de motor
draait (bij stationair draaiende motor kan
het lampje iets later doven). Als het
lampje blijft branden, dan moet u zich on-
middellijk tot de Alfa Romeo-dealer wen-
den.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het
moet doven nadat de motor is gestart.
Veiligheidsgordels
niet omgelegd
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het
moet na ongeveer 15 seconden doven.
Het lampje (indien aanwezig) brandt
continu als de contactsleutel in stand
MAR staat en de veiligheidsgordel aan
de bestuurderszijde niet is omgelegd.
<
w
Versleten remblokken
Het lampje gaat branden als u
het rempedaal intrapt en de remblokken
voor zijn versleten; laat deze zo snel mo-
gelijk vervangen.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het
moet na ongeveer 4 seconden doven.
BELANGRIJK Omdat de auto is uit-
gerust met een slijtage-indicator voor de
remblokken voor moet u, als de rem-
blokken worden vervangen, ook de rem-
blokken achter laten controleren. De JTD-
uitvoeringen beschikken alleen over een
slijtagesensor op de rem linksvoor.
Storing in motormanage-
mentsysteem (EOBD) (ben-
zine-uitvoeringen)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het moet
doven nadat de motor is gestart. Het
lampje gaat eerst branden om de
juiste werking ervan aan te geven.
Als het lampje blijft branden of
tijdens het rijden gaat branden:
U
d
1) Constant branden: defect in het
inspuit-/ontstekingssysteem. Dit kan tot
gevolg hebben dat de schadelijke uitlaat-
gasemissie toeneemt, de prestaties ver-
minderen, de auto slechter rijdt en het
brandstofverbruik toeneemt.
U kunt onder deze omstandigheden
doorrijden zonder te veel van de motor te
eisen of met hoge snelheid te rijden. Als
lang met een brandend waarschuwings-
lampje wordt doorgereden, kunnen be-
schadigingen ontstaan. Wendt u zo snel
mogelijk tot de Alfa Romeo-dealer. Het
lampje dooft als de storing verdwijnt. De
storing wordt door het systeem in het ge-
heugen opgeslagen.
2) Knipperend: mogelijke beschadi-
ging van de katalysator (zie de paragraaf
“EOBD-systeem” in dit hoofdstuk).
Als het lampje knippert, moet het gaspe-
daal worden losgelaten zodat de motor
met lage toerentallen draait en het lampje
niet meer knippert; u kunt met matige
snelheid doorrijden waarbij rij-omstandig-
heden moeten worden vermeden die
kunnen leiden tot het opnieuw gaan knip-
peren van het lampje. U dient zo snel
mogelijk contact op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer.