‘ en deze handla’díngdienen òi‘n de
‘ gflstand mam de kaartenprecies te
de overige 34 gangenkaarten en alle actiekaarten doorîlkaar. Beide
krijgen 6 kaarten en nemen deze in de hand.
Lterende kaarten‘vormen een gedekte stapel.
de 8dwergenfiches en 2sleutels klaarvoor gebruik. " z á
oe d b 'nt. L R """""""""""""""""""j
Í; gr n? werg eg! ‘ Gedekte stapel
f) CIVCI'IOO ' ‚ metruimte voor
' speler die aan de beurt is. kiest 1 van de volgende 4 mogelijkheden (zie A tlm D hieronder): ‘yîegsmpel
‚L ' Actie Kaarten trekken
A. 1 gangenkaart in het gangenstelsel leggen Q 1
B. 1actiekaart spelen 1
C. 2 handkaarten afleggen en 1 vóór zich liggende actiekaart verwijderen 1
D. Passen en 1 of 2 kaarten afleggen z 1 of 2
'ahet uitvoeren van de actie trekt hij het aangegeven aantal kaarten. Daarmee is zijn beurt afgelopen. Nu is de andere
eler aan de beurt. Zo gaat het door totdat de ronde is afgelopen.
et op: als de gedekte stapel leeg is. vervalt het trekken van kaarten. Despeler moet alsnog 1van de 4 mogelijkheden
en. Heeft een speler geen handkaarten meer. dan is vooglem de ronde voorbij. Deandere speler speelt door totdat
u'-,1": " ‐ ' 4 " ”Í '"' ""'‐‐ . . "‘‚g "‘
Eengarage
m
nkaar‘t spelen
Gangenkaarten vormen 1 of 2 routes naar de doelkaarten. .
Een speler moet een gangenkaart aan een al op tafel
liggende gangenkaart pasen. Daarbij moeten alle gangen
aan alle zijden aansluiten. Hij mag gangenkaarten niet
horizontaal leggen (zie afbeelding). Beide spelers proberen u
een verbinding tussen hun startkaart en de doelkaarten te È
u maken. Het is mogelijk dat de routes van de spelers zich in '
‘ de loop van een ronde verenigen. Vanaf dat moment mogen beide spelers van dezelfde
route gebruik maken.
Let op: bij het leggen van een nieuwe gangenkaart moet er een ononderbroken route
van deze kaart naar de eigen startkaart bestaan.
‚ruwteen speler een ononderbroken route van zijn startkaart naar een gedekte doelkaart, dan draait hij deze om en
deze aan de aangrenzende gangenkaarten. Heeft hij meer mogelijkheden. dan kiest hij er een.
't op: het kan voorkomen dat een doelkaart niet passend gelegd kan worden. Bij uitzondering mag de doelkaart dan
ch op zijn plek gelegd worden (de verbinding met de zojuist gelegde kaart moet altijd behouden blijven).
peciale gangenkaarten
ru 2x en Dubbele bocht 2x : de 2 ‚ Gang met ladder: degang op deze kaart heeft
l Vgangen op de kaarten zijn niet met elkaar ‘ een rechtstreekse verbinding met de startkaart
p verbonden. Bij het leggen van deze kaart van dezelfde kleur. Deze kaart mag aan een
‘ ’ gangenkaart naar keuze gelegd worden. maar .
:\ 5 niet direct grenzend aan een doelkaart of een Í‑
" gangenkaart met goud.
moet er van ten minste e'én van deze
gangen een route naar deeigen startkaart
bestaan.
‚a;
‚ .. V : gegil?”
